Lengte | : | 1000 mm |
Gewicht | : | 36 kg |
Huid | : | ja 1 |
Schubben | : | ja 1 |
Beschrijving | : | rond 1 |
MondIngang voor voedingsstoffen, ook bekend als instroomopening. | : | ja 1 |
Kaken | : | ja 2 |
Tanden | : | ja 1 |
Beschrijving | : | enkele rij 1 |
Ademhalingsorgaan | : | ja 3 |
Kieuwen | : | ja 3 |
Vorm | : | Draadvormig 3 |
Opening | : | 1 opening afgedekt met een kieuwdeksel 3 |
Vinnen | : | ja 4 |
RugvinVin(nen) op de rug, kunnen er afhankelijk van de soort 1,2 of 3 zijn. | : | ja 5 |
Beschrijving | : | met een gestraald uiterlijk 5 |
VetvinEen vin op de rug dicht bij de staart die geen vinstralen heeft en dik, vettig, aanvoelt | : | ja 1 |
StaartvinDe achterste vin waarme het dier zichzelf voortbeweegt | : | ja 4 |
Symmetrisch | : | ja 4 |
Beschrijving | : | met een gestraald uiterlijk 5 |
Gepaarde vinnenGepaarde vinnen zijn vinnen waarvan er 2 zijn, zoals de buikvinnen en borstvinnen. | : | ja 3 |
BuikvinVinnen op de buik voor de anus. | : | ja 1 |
Beschrijving | : | achter de voorkant van de rugvin 1 |
EndoskeletEen versteviging in het lichaam dat niet direct vanaf de buitenkant zichtbaar is | : | ja 6 |
Ruggegraat | : | ja 6 |
Voedsel | : | In zoetwater boven het water vliegende insekten en waterinstekten, in zee uitsluitend vis. |
Paaitijd | : | Vroeger waren er drie typen: de kleine zomerzalm, de grote zomerzalm die aan het eind van de zomer kwam en de winterzalm, die tot een jaar in de rivieren verbleef. |
Paaigebied | : | snelstromende delen in de rivier. Voor de kleine zomerzalm betrof dit de plekken in de benedenloop voor de overige twee was dit de bovenloop van de rivier. |
Eieren | : | ja |
Lengte | : | 5-7 mm |
Geboorte | : | 70-200 dagen |
Larvale fase | : | 45 dagen; dan is de dooierzak op |
Juveniele fase | : | Eerste 1-5 jaar van zijn leven brengt de zalm door in zoetwater. Ze worden dan Parr genoemd. In de Rijn is dit 1 jaar in Noorwegen 5 jaar. De naar zee trekkende vis heet Smolt. |
Groei | : | De zalm verblijft 1-4 jaar op zee, dit is afhankelijk van de hoeveelheid vetweefsel dat ze kunnen opbouwen, wat de energie voorraad is voor de paaitrek. |
Levensverwachting | : | 4-6 jaar |
Bronnen | : |