| Zeeforel (Salmo trutta) Heeft de vis 10-14 schubben tussen de vetvin en de zijlijn en zijn er 109-120 schubben op de zijlijn, loopt de kaak tot onder het oog, vormen de vlekken boven de zijlijn kruisjes, is de staart gevorkt, is de kop puntig |  |
| Zalm (Salmo salar) Heeft de vis 14-18 schubben tussen de vetvin en de zijlijn, en zijn er 120-130 schubben op de zijlijn, loopt de kaak tot voorbij het oog, vormen de vlekken op het lichaam stippen/vlekken, is de staart recht, is de kop rond |  |