Haring (Clupea harengus) Een soort bekend van de Noordzee | Ja |
MondIngang voor voedingsstoffen, ook bekend als instroomopening. | : | ja 1 |
Vorm | : | Onderkaak steekt uit ten opzichte van de bovenkaak 1 |
Kaken | : | ja 2 |
Ademhalingsorgaan | : | ja 3 |
Kieuwen | : | ja 3 |
Vorm | : | Draadvormig 3 |
Opening | : | 1 opening afgedekt met een kieuwdeksel 3 |
Kieuwdeksels | : | ja |
Oppervlak | : | glad |
Vinnen | : | ja 4 |
RugvinVin(nen) op de rug, kunnen er afhankelijk van de soort 1,2 of 3 zijn. | : | ja |
Beschrijving | : | basis van de buikvin achter de voorzijde van de rugvin |
StaartvinDe achterste vin waarme het dier zichzelf voortbeweegt | : | ja 4 |
Symmetrisch | : | ja 4 |
Beschrijving | : | met een gestraald uiterlijk 5 |
Gepaarde vinnenGepaarde vinnen zijn vinnen waarvan er 2 zijn, zoals de buikvinnen en borstvinnen. | : | ja 3 |
BorstvinVinnen op de zijkant van de vis dicht bij de kieuwopening (LET OP: bij platvissen is dat dus onder en boven) | : | ja 6 |
Locatie | : | Laag op flank 6 |
BuikvinVinnen op de buik voor de anus. | : | ja 6 |
EndoskeletEen versteviging in het lichaam dat niet direct vanaf de buitenkant zichtbaar is | : | ja 7 |
Ruggegraat | : | ja 7 |
Bronnen | : |