Op de hoek van de Gorishoeksedijk en de Havenweg ligt een parkeerterrein met een boothelling. Bij laagwater ligt de boothelling droog en zijn de contouren van een oude oesterput zichtbaar. Dit is een mooi gebied om opzoek te gaan naar exoten, en natuurlijk ook de autochtone bewoners van de Oosterschelde. De werkgroep SWG Waterweg Noord komt hier met regelmaat en houdt al jaren de veranderingen in de gaten.

• Marmerschelp (Glycemeris glycemeris) - wordt voor consumptie verwerkt op Yerseke, schelpen kunnen dan ook bij Gorishoek aanspoelen.
• Amerkiaanse venusschelp (Mercinaria mercinaria)
• Wijde mantel (Pecten opercularis)
• Grote mantel (Pecten maximus)
• Japanse stekelhoren (Ocinebrellus inornatus)
• Amerikaanse oesterslurper (Urosalpinx cinerea)
• Naast de Asgrauwe tolhoren ook de Genavelde tolhoren

De oppervlakkige gelijkenis tussen deze tolhorens is vrij groot. Toch zijn er enkele duidelijke verschillen: de horen van de Genavelde tolhoren is wat boller en de navel is ronder en groter. Bovendien zijn de rode of paars/rode banden bij de Genavelde tolhoren breder en is de ondergrond van de schelp groenig of crème van kleur. Bij de asgrauwe tolhoren zijn die streepjes heel fijn en is de ondergrond grijs/paars van kleur.

Ook in het habitat zit er verschil. De Genavelde tolhoren komt hoger in de getijdenzone voorkomt.

Plaatselijke handelaren importeerden grote partijen alikruiken uit Ierland. Met de import kwamen ook diverse andere dieren mee. Het afval werd gedurende enige tijd gedumpt bij de pier voor de vissershaven. Daar zag Peter Moerdijk ooit bijvoorbeeld een Osilinus lineatus rondkruipen, maar ook andere tolhorentjes zoals Calliostoma zyzyphinum, Gibbula cinerea en Gibbula umbilicalis kwamen mee en ook de Ocenebra erinacea.