home | nieuwsblad | informatie
Loripes lucinalis Lamarck, 1818
NL Melkwitte cirkelschelp
×
Melkwitte_cirkelschelp-lg.jpg
Melkwitte cirkelschelp
 Overzicht 
 SynoniemenDe naamgeving van deze soort is een beetje verwarrend. De schelp behorende bij de naam Tellina lacteus (http://www.linnean-online.org/17261/) zoals beschreven door Linnaeus in 1758, blijkt een Diplodonta soort te zijn. Poli introduceerde in 1791 het genus Loripes en voegt daar de Tellina lactea van Linnaeus aan toe, wat dan Loripes lacteus zou moeten zijn, maar hij doet dat zonder een beschrijving van de soort, maar wel met een referentie naar de schelp van Linnaeus. De eerst volgende die de schelp wel beschrijft is Lamarck in 1818 en deze beschrijft hem onder de naam Loripes lucinalis, en dat is dus de naam waaronder wij hem ook moeten plaatsen.John Taylor (http://www.nhm.ac.uk/)
   
 De Schelp 
 Basis vormrond
    Hoogte22 mm
    Lengte22 mm
    Diktestevig
    Convexiteitplat
    Gelijkzijdignee
    Gelijkkleppigja
 Umbobuigt naar achteren
 Periostracum
    Periostracum dikteheel dun
    Periostracum kleurbeige
 Ostracum
    Ostracum kleurwit of creme
    Groeilijnenduidelijk
    Parallelle sculptuurfijne lijntjes
    Lunulakort en diep
    Areanee
    Binnenkant kleurwit
 Slot
    Ligamentdiep en verborgen
    Resiliumveldlangwerpig en een hoek van ongeveer 30° vormend met de achterbovenrand
    Cardinale tanden2
       Voorste cardinale tandenL: 1
R: gespleten
       Achterste cardinale tandenL: gespleten
R: 1
    Laterale tanden2
       Voorste laterale tanden1
       Achterste laterale tanden1
 Mantellijnduidelijk, continu
    Mantelbochtnee
 Sluitspieren
    Sluitspierindruksels2
       Achterste sluitspierindruksellangwerpig ovaal; valt samen met de mantellijn
   
 Het Weekdier 
    Siphonennee
 Radula
 Spieren
 Voortplantingsorganen
   
 Het leven 
 Voedseleen deel van zijn bouwstoffen krijgt het weekdier via de bacteriocytes cellen waarin zwavel oxiderende bacterieën leven. Zij binden koolstof tot organische verbindingen welke weer gebruikt worden als voeding. Bij een groot te kort aan voedsel worden uiteindelijk ook de bacterieën gebruikt als voedsel.
 Symbiosegaan een endosymbiose aan met bacterieën die zwavel oxideren. Deze bacterieën leven in speciale kieuw cellen (bacteriocytes). Vaak is er sprake van een symbiose met zeegras. Dichte zeegrasvelden produceren zwavel rijk sediment, de bacterieën reduceren het giftige zwavel in het sediment en de zeegraswortels leveren zuurstof aan Lucinide.
 HabitatIn zand en fijn gravel; vanaf de laagwaterlijn tot 150 meter diep
    Saleniteitzoutwater
 VerspreidingVanaf het Kanaal zuidelijk tot de Middellandse Zee en West-Afrika
   
 Bronnen 
 Websites
  1. en.wikipedia.org

 Foto verantwoordingFoto Rien de Ruijter
 
2006 - 2024 strandvondsten.nl / Commentaar, aanvullingen en suggesties: info@strandvondsten.nl