Bruinvis (Phocoena phocoena) Dit genus wordt in de Noordzee vertegenwoordigd door maar één soort, namelijk de Bruinvis |
KopHet deel van het dier dat het voedselinname-orgaan bevat. Daarnaast zijn er ook vaak zintuigen aanwezig voor zien, proeven, ruiken en voelen. De voorvoegsels cephal- en cephalo- betekenen hoofd van het Grieks kef&aecute;li. | : | ja 1 |
Meloen | : | nee 2 |
Snuit | : | kort; stomp 2 |
MondIngang voor voedingsstoffen, ook bekend als instroomopening. | : | ja 3 |
Kaken | : | ja 4 |
Bovenkaak | : | ja 3 |
Onderkaak | : | ja 3 |
Ademhalingsorgaan | : | ja 5 |
Longen | : | ja 5 |
Neusgaten | : | ja 3 |
Vorm | : | Assymmetrisch 3 |
Vinnen | : | ja 1 |
StaartvinDe achterste vin waarme het dier zichzelf voortbeweegt | : | ja 1 |
Orientatie | : | horizontaal 1 |
EndoskeletEen versteviging in het lichaam dat niet direct vanaf de buitenkant zichtbaar is | : | ja 6 |
Ruggegraat | : | ja 6 |
Bronnen | : |