Lengte | : | ≤70 cm |
Beschrijving | : | in de Noordzee 40 cm |
Lichaam | : | langwerpig |
Kleur | : | zwarte vlek bij de basis van de borstvinnen |
MondIngang voor voedingsstoffen, ook bekend als instroomopening. | : | ja |
Vorm | : | bovenkaak steekt uit |
Kaken | : | ja 1 |
Tanden | : | ja 2 |
Sensoren | : | ja |
Baarddraad | : | nee |
Ademhalingsorgaan | : | ja 3 |
Kieuwen | : | ja 3 |
Vorm | : | Draadvormig 3 |
Opening | : | 1 opening afgedekt met een kieuwdeksel 3 |
Vinnen | : | ja 2 |
RugvinVin(nen) op de rug, kunnen er afhankelijk van de soort 1,2 of 3 zijn. | : | ja 2 |
Beschrijving | : | zacht; gestraald 2 |
Aantal | : | 3 2 |
VetvinEen vin op de rug dicht bij de staart die geen vinstralen heeft en dik, vettig, aanvoelt | : | nee 2 |
StaartvinDe achterste vin waarme het dier zichzelf voortbeweegt | : | ja 4 |
Symmetrisch | : | ja 4 |
Beschrijving | : | met een gestraald uiterlijk 5 |
AnaalvinVin aan de buikkant van de vis achter de anus, dichtst bij de staartvin; kunnen er 1 of 2 zijn, afhankelijk van de soort. | : | ja 2 |
Beschrijving | : | zacht; gestraald 2 |
Aantal | : | 2 2 |
Gepaarde vinnenGepaarde vinnen zijn vinnen waarvan er 2 zijn, zoals de buikvinnen en borstvinnen. | : | ja 3 |
BuikvinVinnen op de buik voor de anus. | : | ja 2 |
Beschrijving | : | voor borstvin 2 |
EndoskeletEen versteviging in het lichaam dat niet direct vanaf de buitenkant zichtbaar is | : | ja 6 |
Ruggegraat | : | ja 6 |
Voedsel | : | larven en juvenielen: eieren van de haarkwallen; volwassenen: garnalen, zwemkrabben, kleine haring, spiering en jonge kabeljauw |
Habitat | : | kustwater tot 200 meter diep |
Paaitijd | : | januari tot september, hoogtepunt in het vroege voorjaar |
Larvale fase | : | larven en jonge vissen (tot 5 cm) verblijven vaak onder de klok van gele en blauwe haarkwallen |
Juveniele fase | : | bij 5-10 cm gaan ze over tot het leven nabij de bodem |
Groei | : | 2 levensjaar: 20 cm; |
Geslachtsrijp | : | 3-4 jaar |
Websites | : | |
Bronnen | : |