Lengte | : | 70 mm |
Lichaam | : | slank2 |
Kleur | : | lichtgrijs tot zandkleurig met een netwerk van donkere stipjes2, ca. 8 bruinachtige vlekken op de flanken1, vage donkere dwarsbandjes op de rugzijde.2 |
Schubben | : | ja |
Beschrijving | : | 39-52 schubben van borstvin tot staart2; bovenkant tot de rugvin zonder schubben2 |
MondIngang voor voedingsstoffen, ook bekend als instroomopening. | : | ja 1 |
Kaken | : | ja 1 |
Sensoren | : | ja 2 |
Tastzintuigen | : | ja 2 |
Beschrijving | : | over het gehele lichaam verdeeld1 2 |
Druk | : | ja 2 |
Zijlijn | : | 2 |
Beschrijving | : | onduidelijk of ontbeekt geheel1 2 |
Ademhalingsorgaan | : | ja 3 |
Kieuwen | : | ja 3 |
Vorm | : | Draadvormig 3 |
Opening | : | 1 opening afgedekt met een kieuwdeksel 3 |
Vinnen | : | ja 2 |
RugvinVin(nen) op de rug, kunnen er afhankelijk van de soort 1,2 of 3 zijn. | : | ja |
Beschrijving | : | onduidelijke bruine vlekjes1, mannetjes met zwart vlekje op de achterrand2 |
Vinstralen | : | 6-7 4 |
VetvinEen vin op de rug dicht bij de staart die geen vinstralen heeft en dik, vettig, aanvoelt | : | 9-11 vinstralen2 |
StaartvinDe achterste vin waarme het dier zichzelf voortbeweegt | : | ja |
Symmetrisch | : | ja 5 |
Beschrijving | : | donkere stip op de staart wortel1 |
AnaalvinVin aan de buikkant van de vis achter de anus, dichtst bij de staartvin; kunnen er 1 of 2 zijn, afhankelijk van de soort. | : | ja |
Vinstralen | : | 9-11 4 |
Gepaarde vinnenGepaarde vinnen zijn vinnen waarvan er 2 zijn, zoals de buikvinnen en borstvinnen. | : | ja 3 |
BorstvinVinnen op de zijkant van de vis dicht bij de kieuwopening (LET OP: bij platvissen is dat dus onder en boven) | : | ja |
Beschrijving | : | driehoekige, donkere vlek op de basis2 |
Vinstralen | : | 18 4 |
BuikvinVinnen op de buik voor de anus. | : | ja 2 |
Beschrijving | : | in de regel vergroeid tot een vlakke zuignap1 2 |
EndoskeletEen versteviging in het lichaam dat niet direct vanaf de buitenkant zichtbaar is | : | ja 6 |
Ruggegraat | : | ja 6 |
Voedsel | : | carnivoren3, larven leven voornamelijk van nauplii van copepoden en in de jonge demersale stadia voeden ze zich met copepoden. Grotere grondels zijn typische (epi)benthos eters en voeden zich in volgorde van afnemende belangrijkheid met schaaldieren (krabben, garnalen), wormen (pieren), en tweekleppigen3 |
Vijand | : | platvis, kabeljauw, wijting, vogels3, zuurstof verzadiging beneden de 20% is dodelijk, beneden de 30% krijgen ze sublethale verschijnselen.3 |
Habitat | : | tussen de 0-20 meter, meest op ondiepe plekken (0,2 - 2,0 meter boven GLW)1,2,3, zandgrond |
Saleniteit | : | kan leven in zowel zoet-, brak- als zoutwater3 |
Temperatuur | : | kan sterke schommelingen in temperatuur verdragen, temperaturen beneden 0°C zijn fataal.3 |
Verspreiding | : | Europese kusten, Noordzee en Oostzee. Langs de Nederlandse kust algemeen, voornamelijk in brakwater. In de waddenzee zeer algemeen.2 |
Paaitijd | : | in de zomer (juni-augustus) van het tweede levensjaar3 |
Paaigebied | : | in de estuaria3 |
Eieren | : | ja |
Lengte | : | 1 mm 7 |
Beschrijving | : | aan schelpen gehecht3, enkele duizenden, worden door het mannetje verzorgd3 |
Larvale fase | : | bij hun geboorte 3 mm, leven vanaf juli pelagisch in de estuaria1,3 |
Juveniele fase | : | gaan in augustus tussen de 11 en 12 mm over tot de bodem fase, bij temperaturen beneden de 5-7°C, in de herfst of winter migreren ze naar dieper water, tot 10 meter, om te overwinteren, boven de 7°C blijft deze migratie uit3 |
Groei | : | herfst van 1ste levensjaar een gemiddelde lengte van 39 mm en na het 2de levensjaar een lengte van 51 mm |
Levensverwachting | : | 20 maanden 8 |
Beschrijving | : | een enkeling (1-2%) redt het om in het derde levensjaar nog een keer te paaien.3, sterven meestal na het paaien in de vroege zomer3 |
Aquariologie | : | Dit is de eerste vissoort waarmee we langdurige ervaring hebben met het in leven houden in een aquarium. Het zijn makkelijke dieren want ze eten bijna alles als het maar dierlijk is. Daarnaast is het leuke dat ze in de gaten hebben als er voedsel komt, ze komen dan naar je toe. Dus naast makkelijk is het ook een leuke vis om te hebben in het aquarium. Wij voerden ze mest stukjes rauwe vis of met stukjes mosselvlees. |
Literatuur | : |
|
Bronnen | : |
|