© 2009 Google - Imagey © 2009 Aerodata International Surveys, DigitalGlobe, GeoContent, GeoEye, GeoBasis-DE/DKG, Map data
Altijd al eens een onbewoond eiland willen bezoeken, dat kan ook in Nederland. Staatsbosbeheer organiseerd dagtochten naar Rottumeroog en daar voor hadden wij ons ingeschreven. 25 maart 2009 was het zo ver, we mochten mee. Om 9 uur vertrok de Boschwad uit Lauwersoog met een zeer grijze lucht en een druilerige regen.
Het is drie uur varen over de waddenzee en langzaam aan begon het droger te worden en probeerde de zon door de wolken heen te breken.
Op een zandplaat voor rottumerplaat lagen zeehonden te rusten. Opeens stond iedereen buiten foto's te maken, wat niet mee valt vanaf een bewegend schip met een 200mm lens.
De boot kan niet aanleggen bij het eiland. Aan het einde van de vaargeul wordt het met zijn boeg tegen een zandbank aan gelegd en is het wachten tot het water voldoende gezakt is om over de zandplaat naar het eiland te lopen.
De gympen werden aangetrokken omdat onze wandelschoenen niet hoog genoeg waren om onze voeten droog te houden. Dus gympen aan en schoenen om de nek en de ladder af. Zeewater is koud aan het begin van het jaar, zoals snel duidelijk werd.
Het was een half uur lopen vanaf de boot, over het wad naar Rottumeroog.
Onderweg lagen eieren van de Wapenworm op de zandplaat:
De koude natte gympen werden bij aankomst op het eiland weer snel verwisseld voor droge warme schoenen. Opvallend was de hoeveelheid rode bakstenen die over het strand verspreid lagen, maar daar over later meer.
De hele tocht over het eiland werd begeleid door Bert Corté, de boswachter, die zelf al meerdere malen 4 maanden op het eiland had doorgebracht.
De zeekaap op Rottumeroog stamt uit dezelfde tijd als de eifeltoren.
De tuin van Toxopeus, of wat daar van rest:
Enkele drijfsijsen op het strand:
De matten die er liggen bevatten betonnen elementen. Dit houdt het zand beter vast. Tussen de elementen blijven natuurlijk schelpen hangen en leverde een gedoornde hartschelp op.
Op alle mogelijke manieren heeft de mens geprobeerd de natuur te temmen. Ook met rijen met palen waar tussen bakstenen werde gestort. De palen staan er nog en de bakstenen liggen over het strand verspreid tot de plek waar we aangekomen waren.
Verder ging de wandeling, nu over het strand. Qua schelpen was het niet veel bijzonders. Wel vonden we een roggeei van vermoedelijk de Raja montagui.
De totale opbrengst van de wandeling langs het strand was 5 wulken, 2 gapers, 1 platte slijkschelp.
Een donkere lucht kwam onze kant op en dus werd er besloten het strand te verlaten en achter een duin kon de bui rustig op ons uitregenen. Daarna gind de tocht verder over het eiland, wat nog een wulk opleverde.
Op het strand stonden braaf onze natte te schoenen te wachten op onze terug keer. En toen over het wad weer terug naar de boot.
Op de weg naar de boot vond ik een drie tal aangepikte zeeklitten, waarvan er 1 werd meegenomen en veilig opgeborgen voor de tocht terug:
Terug aan boord wachtte ons soep en broodjes met warme worst en rozige gezichten.
Als wachters lagen op de terug weg nog steeds de zeehonden op de zandplaat. Ze hebben ons zien komen, en nu zagen ze ons gaan. Het wad was weer van hen.
|