In 2012 besloot ik dat het tijd was voor een sabbatical, ik wilde er even tussen uit. Met mijn werk afgesproken dat ik er 4 maanden onbetaald tussen uit kon. In de winter van 2012 en 2013 hebben we een Volkswagen Transporter omgebouwd tot camper en van 1 september 2013 tot 1 januari 2014 gingen we reizen langs de Noordzeekust. Daar niet iedereen zit te wachten op lange lijsten met vondsten hebben we deze pagina gemaakt met de beschrijving van de reis en staat op de pagina per plaats of streek de vondsten. Vanaf deze pagina zijn er ook links naar de verschillende vondstenlijsten.
In de winter van 2012 naar 2013 hebben we ons Zwerfbusje gebouwd waarmee we deze reis hebben gemaakt. Toen we op 7 september vertrokken was het busje nog zo nieuw dat we er nog maar 1 nachtje mee weg waren geweest en dat was tevens alle kampeerervaring die we hadden met z'n tweeën. Het gevolg was dat we te veel mee namen onder het motto beter te veel dan te weinig. Tijdens de reis hebben we geleerd dat het met kamperen andersom is. Te veel is lastig, dat wat je niet hebt los je op een andere manier op.
Op 7 september 2013 om 8:55 vertrokken we uit Utrecht. We werden uitgezwaaid door de buren, Tonny, Embert en Bernadette en Arthur en Martine. We kregen vele kadootjes en hadden opeens meer drop mee dan we in twee maanden op zouden kunnen maken.
De reis begon voorspoedig en voor we het wisten reden we om 11:00 uur Duitsland binnen. Nog geen half uur later ging het regenen, het was een omen. Weliswaar brak na de regen de zon weer door, maar nabij Hamburg ging het mis. Daar werd 6 km file voorspeld die bij aankomst gegroeid was tot 20km. Niet gehinderd door enige kennis noch een kaart van het gebied sukkelden we vrolijk (de zon scheen) over de ring van Hamburg. De file werd volgens de berichten op de digitale kaartvoorlezer steeds korter, dus het ging goed... en toen werd het vier uur. Juist, de mensen kwamen uit hun werk... en met Duitse Grundlichkeit werd de boel vast gezet. Het toppunt, of eigenlijk dieptepunt, lag tussen 16:00 en 17:00 uur. In dat uur hebben we precies 5,5 kilometer afgelegd. Wandelend was ik sneller geweest.
Skagen gingen we niet meer halen, even waren we bang dat we zelfs Denemarken niet zouden halen, maar na HH-schnelsen-Nord was het leed snel geleden en konden we weer doorrijden. Vlak voor het donker reden we Grønninghoved Strand Camping op, nabij Kolding. We hebben ruim 2 uur verloren rond Hamburg en Anneke heeft al hertjes gezien in Denemarken. Goed dat we voorzien waren van huisgemaakte pastasaus, zodat we snel konden eten.
De volgende ochtend (8 sept) eerst een bezoekje gebracht aan het strandje naast de camping, het is Oostzee, maar we zijn er nu toch.
Om ongeveer 10:00 uur vertrokken we uit Kolding om opweg te gaan naar de Bunken Strand Camping. Deze camping ligt aan de Ålbæk bught. Dit heeft niets met de Noordzee te maken en alles met de Oostzee. Waar het om gaat is dat het gebied bekend staat om de Pelikaansvoetjes die je er kan vinden en dat is het waard om er een bezoekje aan te brengen.
Om half twee arriveerden we op de camping en deze bleek beheerd te worden door een voormalige Nederlander. Je komt ze ook overal tegen die Hollanders. We hebben een rustig plekje opgezocht en zijn meteen door gegaan naar het strand. De vondsten overtroffen onze stoutste verwachtingen. Zie voor een vondsten overzicht de pagina over de Ålbæk bught.
Vanaf de middag ging het steeds harder waaien met in de avond stormachtig weer met stevige windstoten en daar lig je dan in je eigengebouwde camper met hefdak. Hoe sterk is zo'n dak eigenlijk? Wat kan het hebben? Mensen moeten in het dak kunnen slapen, dus we mogen toch aannemen dat het wat hebben kan? Hoelang ben je bereid je nachtrust op te offeren aan dit soort vragen? In ons geval duurde dat tot 00:35. Toen vonden we onze nachtrust belangrijker dan de heilige overtuiging dat het er tegen zou moeten kunnen. Tassen werden op de voorstoelen gezet en het dak ging dicht. Later in de nacht kwam er nog een stevige regenbui, wat ons overtuigde van het feit dat we de juiste beslissing hadden genomen.
Op 9 september werden we wakker in een grijze en druillerige deense wereld. We gingen die dag naar Grenen, daar waar het Kattegat (Oostzee) en het Skagerak (Noordzee) bij elkaar komen. Natuurlijk liepen we van de Oostzee naar de Noordzee en vervolgden we op het strand van het Skagerak.
Er was een onmiddelijke verandering van schelpenfauna na de bocht tussen Noord- en Oostzee. Na de bocht vonden we alleen nog maar het Groot tafelmesheft, waarvan we twee mooie exemplaren hebben meegenomen.
Na de middagmaaltijd te hebben genoten bij het restaurant op de duintop en boodschappen te hebben gedaan bij de REMA 1000, wat erg op een LIDL lijkt, hebben we nog een bezoekje gebracht aan het Butterbakke strand.
Bij terugkomst moest ik de luifel uitzetten, ik wilde het een keer gedaan hebben. Daarna hebben we hem geloof ik nooit meer gebruikt.
's Avonds terug op de camping prima gegeten in Wasa Rågi met smeerkaas met garnalen, gerookte worst en kaas en chocolade hagel uit Nederland.
Het heeft weer de hele avond en nacht geregend. 's Nachts kwam er ook nog wind bij. Kortom het was weer stormachtig, maar zolang dat 's nachts is en niet overdag is daar prima mee te leven.
Op 10 september 2013 op gestaan met een grijze lucht waar langzaam aan blauw door te zien was en waar later daadwerkelijk de zon door brak. Dit leverde een mooie zonnige dag op met temperaturen rond de 18°C.
's Ochtends eerst naar het Skager Museum geweest waar we prachtige schiderijen van Anna en Michael Anchor gezien hebben en ook schilderijen van P.S. Krøyer.
Met een vers brood van de bakker vertrokken we naar Højen. In het dorp was het betaald parkeren en het "strand" bestond uit kiezels en stenen.
Dus zijn we verder zuidwaarts getrokken naar Pælebakke Klit (kanalvej) waar we een prachtig strand troffen. Anneke heeft er haar eerste schilderij op deze reis gemaakt en ik heb een lekker stuk zuidwaarts gelopen.
Tot twee keer toe in zee gezwommen. Het zeewater is hier een stuk zouter dan bij ons in Nederland.
Het mooie weer leverde een mooie rustige en koude nacht op wat zorgde voor een prima nachtrust.
Op 11 september 's ochtends door Anneke naar het strand gehaald want de lucht is zo mooi. Na het ontbijt zijn we eerst naar Skagen gereden om verf voor Anneke te halen om daarna naar Den Tilsandede Kirke te gegaan. Dit is een kerk die door een loopduin verzwolgen is en waarvan alleen de toren nog te zien is.
Na deze kerk hebben we een bezoek gebracht aan de Råbjerg Mile. Dat is pas een loopduin! Wat een machtig gezicht en bijzonder om aan de ene kant de vernietiging van vegetatie te zien en aan de andere kant de ontwikkeling van wat nieuws met een groot blinkend monster in het midden.
De dag werd afgesloten met een bezoek aan het strand bij Kandestederne.
Het begint vakantie te worden, 12 september is een langzaam aan dag. Rustig opgestaan en daarna een strandbezoek aan Skiveren, waar de enige parkeerplaats op het strand is. 's Middags de was gedaan, schelpen opgeruimd en de overtocht naar Noorwegen geregeld. We gaan zaterdag 14 september.
Op 13 september hebben we beide iets anders gedaan. Anneke wilde schilderen bij Grenen. Ik heb haar daar afgezet en ben naar de strandafgang van het Nordstrand gereden. Bij deze afgang is het gratis parkeren, terwijl er bij Grenen betaald moet worden.
's Ochtends hadden we een grijze lucht, met enkele druppels regen, maar in de loop van de dag werd het steeds mooier.
Om 14:30 heb ik Anneke weer opgehaald en hebben we boodschappen gedaan. De koelkast en lades zijn vol, we kunnen het nu zeker twee dagen uithouden zonder eten te halen. We zijn klaar voor Noorwegen.
Aan het einde van de dag nog een bezoek gebracht aan het Natuur Historisch Museum.
14 september zijn we vroeg opgestaan en hebben de boel ingepakt, we gaan! Om ongeveer 9:45 vertrokken we van de camping om veel te vroeg in Hirtshals aan te komen. We hebben dus een rondje door het centrum gemaakt en Anneke heeft in de haven bootjes gefotografeerd.
Waarna we ruim op tijd op het parkeerterrein voor de boot klaar stonden. Stipt op tijd (12:15) verliet de SuperSpeed 1 de haven en bij het wegvaren zagen we een duikboot in de haven liggen die door een mannetje helemaal werd afgespoten, wat Anneke dan weer een zinloze bezigheid vond.
De zee was vlak en er was een waterig zonnetje. Bij aankomst in Kristiansand (15:30) was het waterig zonnetje overgegaan in in pijpenstelen vallend water. Het plan om wild te kamperen bij een strandje bij Mandal lieten we varen en zijn naar Sandnes Camping gereden, hoewel deze camping gesloten was waren we er toch welkom en niet eens de enige gasten. De keuze om voor een camping te kiezen was een juiste, want het heeft de hele nacht aan een stuk door geregend.
Tijdens de rit, de volgende dag, naar Mandal werden we getrakteerd op een scheut water uit de dakkoof, we hebben kennelijk ergens lekkage. Dus naast schelpen moeten we nu ook opzoek naar siliconenkit.
Via Lyngdal, Farsund en Vanse naar Østhasselstrand gereden, wat weinig bijzondere vondsten opleverde. We hebben lang gezocht naar Lista Flypark Camping, wat uiteindelijk meer wind dan camping bleek te zijn. Aldaar een paar zeer vriendelijke en behulpzame Noren tegen gekomen die alle moeite deden om ons te helpen. Uiteindelijk leek terug rijden naar Lyngdal de beste optie. We hadden nog nauwelijks de route ingezet of we komen een bordje tegen met Nordstrand Camping. Dat leverde een mooie overnachtingsplek op. Op zijn Hollands pannekoeken gegeten die we mee hadden genomen uit Denemarken. Ook die nacht geslapen met het tikken van de regen op het dak.
16 september 's ochtends eerst een bezoek gebracht aan het haventje van Vestbygda, alwaar we de eerste grote golven op de Noorse kust hebben gezien.
Vervolgens doorgereden naar Lista Fyra, ofwel de vuurtoren van Lista, wat tevens een vogelkijkpunt is.
Prachtige landschappen, maar de kust bestond alleen uit keien. Op de camping hoorden we van een Duitser dat Noorwegen wel mooie zonnestranden heeft maar dat er op deze stranden geen schelpen te vinden zijn. Dat zijn geen leuke berichten als je net in Noorwegen bent aangekomen.
Maar goed, dan maar touristje spelen. We volgden al de "Nordsjøvegen", een onderdeel van "The Viking Path" dus die gaan we gewoon verder volgen. Eerst naar Penne, een gebied met in de rots gekraste tekeningen uit de Vikingtijd.
Vandaar via de 44, een prachtige bergroute, richting Sogndalstrand gereden waar we onderweg bij Helleren in de Jøssingfjord huisjes onder een overhangende rots gezien hebben.
Sogndalstrand was niet wat we zochten en er was niets waar we zouden kunnen overnachten. Onderweg waren we wel een bordje tegen gekomen naar een camping die gesloten is. Ik opperde dat er dan tenminste een parkeerterrein zou kunnen zijn waarop we zouden kunnen overnachten. Dus wij opweg. In the-middle-of-nowhere vonden we een verlaten camping met alleen nog wat caravanhuisjes. Het verlaten campeerterrein was toegankelijk en het leek ons een prima plek om te overnachten. Eén huisje was bewoond, dus even toestemming gevraagd en we hadden een prachtige overnachtingsplek.
Rond 16:00 uur kwam de inmiddels vertrouwde Noorsebui over: eerst veel wind, dan veel wind en regen, dat zwakt dan langzaam af en zwelt daarna weer aan tot veel wind en regen. Rond 17:00 uur was het droog en konden we heerlijk buiten eten en genieten van ons prachtige uitzicht.
De nacht was stormachtig op onze gesloten camping. Het waaide zo hard dat we lagen te schudden in ons busje, met als gevolg weinig slaap. Het bulderde door het kleine valleitje en de regen kwam met bakken uit de lucht. Maar ja, zolang dat alleen 's nachts is is dat prima.
In de ochtend van 17 september zijn we opweg gegaan naar Brusand. Via de vikingroute kwamen we bij Rossland bij een altaar uit de ijzertijd.
Daarna hebben we nog een stop gemaakt bij de Eigerøy Fyr om een wandeling te maken door een werkelijk wonderbaarlijk mooi geomagma landschap.
Rond drie uur kwamen we aan op de Brusand Camping. Even de boel een beetje op orde gemaakt en toen een eerste verkennende wandeling over het strand gemaakt. We zijn hier aan de Jæren-kust waar veel zandstranden zijn. Ik hoop nog steeds op iets van schelpen en hoop dat onze Duister ongelijk gaat krijgen. Er liggen inderdaad schelpen, dus er is hoop in deze baai met de naam Ognabukti.
Op 18 september begon de dag regenachtig na een rustige nacht. De regen hield aan tot 12:00 uur wat ons de tijd gaf om boodschappen te doen in Ogna (spreek uit oegna). Toen het wat droger werd zijn we het strand bij Ogna gaan verkennen, wat vele mooie vondsten opleverde.
Rond vieren ging Anneke schilderen. Daar de vondsten goed waren hadden we besloten hier nog een dag te blijven wat Anneke tijd voor schilderen gaf. Ik heb de tijd gebruikt om het noordelijkste deel van de baai te verkennen, wat veel Blauwgestreepte schaalhorens opleverde.
Geen reizen op de 19de september, wel het regen in de ochtend en de middag, maar verder toch overwegend mooi weer. Anneke heeft 's middags geschilderd en ik heb de zuidkant van het strand bij Brusand bezocht. In de vloedlijn heb ik daar enkele voor ons nieuwe soorten gevonden zoals de Schildpadschotelhoren, de Gewone schotelhoren, een paar jonge Tijgerpelsen en een doublet van de Geplooide zonneschelp.
20 september was de koudste ochtend tot nu toe. We werden wakker bij 5,5°C, maar ook bij het mooiste weer dat wij tot nog toe hebben gehad in Noorwegen. We gaan weer opweg en wel richting Orresanden, Borestrand en Solastrand. Het bezoek aan de Obrestad fyr was een teleurstelling. In plaats van een prachtige beschilderde vuurtoren stond er een gewone witte vuurtoren, dus daar waren we snel klaar.
We gingen door naar de Orresanden. Een fantastisch stuk strand met aan de zuidkant veel tolhorentjes gevonden en aan de noordkant een prachtige gruisbank met allerlei kleine soorten. We werden er wel weggekeken door een stel homo's die kennelijk vonden dat het hun strand was. Dus Anneke ging quasi nonchalant vogeltjes zitten fotograferen.
Door naar Borrestrand.
Borestrand was helemaal niets. Wel lekker gewandeld bij dit prachtig mooie weer.
We besloten snelheid te maken en meteen door te reizen naar Stavanger. De voorspellingen voor de volgende dag zijn niet mooi, dus ook nog een bezoek gebracht aan Solastrand. Ik hoef nu nooit meer opzoek naar Blauwe schaalhorens, die waren er namelijk in overvloed.
Na een prachtige dag die met ruim 18°C wel zomer leek zijn we nu terecht gekomen op de Mosvangen Camping aan de rand van Stavanger.
21 september was Stavanger City Tour dag. We zijn begonnen met een bezoek aan de middeleeuwse kathedraal.
gevolgt door een wandeling door de oude stad
en daarna een bezoek aan het "canning"-museum en het maritieme museum waar we heerlijke gerookte sardien uit blik hebben gegeten.
's Middags door de gekleurde straat gelopen waar Anneke vele Banksy's heeft gezien.
In de winkels komen we regelmatig blikken tegen met Fiskerbollen (ofwel visballen) en nu op Internet een recept gevonden hoe ze klaar te maken. Dat moeten we binnenkort maar eens proberen.
De ochtend van 22 september begonnen met een imposante expositie in het Museum of fine art van Stavanger. Ze hadden er het werk van Sophie Calle. Enorm indrukwekkend. De vaste collectie was niet zo onze smaak, die hadden we dus snel gezien.
De boot van Randaberg naar Skudeneshavn vaart sinds vorige week niet meer, omdat er ergens een nieuwe tunnel is, dus we gaan vanaf hier verder via de E39 naar Åkrahamn.
's Nachts was het gaan regenen en het bleef pijpestelen regenen tot we aankwamen in Haugesund. Na een kleine verkenning van het stadje, bijna alles was gesloten want het was zondag, nog even wat inkopen gedaan bij een "buitenlander", wat ons even het gevoel gaf om weer in Lombok, Utrecht, te zijn.
De bus geparkeerd op Heraldshaugen Camping. De camping ligt naast de 17 meter hoge granieten obelisk omgeven door 29 stenen monumenten, 1 voor elke oude Noorse provincie die Harald Hårfagre samen bracht tot één Noorwegen.
Na de boel woonklaar te hebben gemaakt hebben we een kleine wandeling gemaakt naar een mini-vuurtorentje en onderweg een leuk droogvallend stuk gevonden waar we o.a. een priktolhoren vonden.
We zijn inmiddels gewend dat campings in dit jaargetijde dicht lijken, maar dat als je dan het telefoonnummer op de deur belt de camping toch open is. Zo ook bij aankomst op deze camping. De camping stonds zelfs aangegeven als NAF camping met het gehele jaar open. We mochten de camping op en de beheerder of eigenaar zou om 20:00 uur naar de receptie komen. Vervelend dat de WC's alleen toegankelijk waren met een pasje, dat we nu dus niet hadden. Gelukkig hadden we onze eigen WC.
We hadden een prachtig plekje met schitterend uitzicht, dus we klaagden niet. Om 20:00 uur waren we bij de receptie, maar geen eigenaar. Dus maar even bellen. Had zat nog in de stad en zou er tussen 21:00 en 21:30 zijn. Wij zijn om 22:00 maar gaan slapen, daar er nog geen enkel teken van de eigenaar was.
Geslapen als roosjes. Het was droog en rustig weer en we stonden op met een zonnetje. Bij het verlaten van de camping hebben we nog een keer gebeld met de eigenaar, maar daar kregen we alleen een voice-mail. We hebben het maar beschouwd als een gratis camping.
We gingen opweg naar Avaldsnes en Åkrasanden. Uitgekomen bij een gesloten museum over een ijzermijn die het ijzer geleverd heeft voor The Statue of Liberty.
Anneke heeft geschilderd op Åkrasanden en ik gewandeld. Het zijn prachtig witte stranden met wat lijkt op fijn zand, maar wat eigenlijk voor het merendeel foraminiferen zijn, zoals bleek toen ik thuis gruis ging uitzoeken van dit strand. Het strand was enorm rijk aan Muizenkeuteltjes en heel veel andere schelpen. Met stralend mooi weer heerlijk gewandeld door stukken berg, bootjes gefotografeerd, gezwommen en met mijn neus op het strand de kleinste schelpjes gezocht. Kortom een top dag!
Een leuke camping gevonden bij Skudeneshavn. Als eerste even een rondje gemaakt door het dorpje opzoek naar een eettentje.
Dat moet je natuurlijk niet doen op maandagavond en eigenlijk ook niet in skudeneshavn. Dus maar onze op Internet gevonden recept van traditioneel Noors eten gemaakt. Het onvolprezen bloemkool met aardappelen, fiskerbollen en een Hollandaise saus. Saaier kan het niet worden, maar het was wel een echt oud Noors recept.
Op 24 september via een omweg in Avaldsnes gearriveerd voor een bezoek aan het Nordvegen Historiesenter, Olav's Kirke en een verlaten Vikingfarm op Bakkøy.
Na dit culturele uitje hebben we nog bezoeken gebracht aan de stranden van Sandhåland, Sandve en Syre. Meest weer dezelfde vondsten. Wel bijzonder was een Paardemossel doublet op Syre.
's Avonds bij aankomst op de camping een goed gesprek gehad met de campinghouder wat er onder andere voor zorgde dat we een tweede bezoek hebben gebracht aan de oude haven...
...en dat we via de bergen terug rijden naar Kristiansand. Anneke verheugd zich er enorm op, not!
De volgende dag vanuit Skudeneshaven via de E134 en de 9 gereden tot de Neset Camping even bezuiden Grendi. Het was een prachtige tocht over bergen en langs fjorden. We hebben de watervallen gezien bij Langfossen en bij Låtefossen en enkele anderen. De natuur was prachtig met zijn beginnende herfstkleuren. De wegen waren soms eng en stijl, maar over het algemeen goed te doen. Het weer was minder, veel regen en weinig zon, maar dat is voor een reisdag niet zo belangrijk.
Het laatste stukje naar Kristiansand werd afgelegd op 26 september. Omdat het maar een klein stukje rijden was van de camping naar Kristiansand hadden we ruim de tijd gehad om een bezoekje te brengen aan Flekkeroy(a). Dit had ons laatste strandje moeten zijn in Noorwegen, maar we hebben het niet kunnen vinden.
In het centrum van Kristiansand moesten we ons te buiten gaan aan vis op de Fiskebrygga, wat we buiten op een bankje in het zonnetje hebben zitten oppeuzelen.
Om 16:30 vertrok de boot naar Denemarken.
En zo stonden we aan het einde van de dag op Tornby Camping, Denemarken.
Op Deense grond hadden we op 27 september een nieuw koude record 4,7°C, maar daarmee hadden we ook gelijk mooi weer! Een bezoek aan het Kjul-strand leverde geen nieuwe vondsten op. De middag (13:23 tot 16:00) hebben we doorgebracht in het Nordsøen Oceanarium. Wat een prachtig groot en indrukwekkend aquarium. Ze hebben in het grootste aquarium gewoon een hele school makreel zwemmen en een maanvis. We hebben echt onze ogen uitgekeken.
Tegen de avond een storing in het electrische systeem. De systemen claimen een lege accu, maar met een zonnige dag achter de rug lijkt me dat onwaarschijnlijk. Alle gebruikers maar afgesloten en de avond doorgebracht bij kaarslicht.
We waren vroeg wakker op de 28ste, het was 7:00 uur. Het was koud met 0,7°C op de thermometer en er kwam 0,5A van het zonnepaneel. Om 9:00 uur werd het al beter met 7,4°C en 1,9A.
Vanuit Tornby vertrokken naar Lønstrup waar we een mooi schilderij hebben gezien bij Galleri Friis. We hebben een kort bezoek gebracht aan het strand, wat een Pelikaansvoet opleverde. Er lagen veel Mossels, welke ook onder de rotsblokken leefden die op het strand lagen. Verder veel Kokkels en Strandschelpen en regelmatig een Witte Boormossel.
Na Lønstrup naar de Rabjerg Knude Fyr, een in onbruik geraakte vuurtoren die midden in een zandverstuiving staat.
In Løkken heeft Anneke eindelijk haar "bootjes op het strand" kunnen fotograferen.
De overnachting vond plaats op de Svinklov Camping, slechts 100 meter van het strand..., ja hemelsbreed, je moest eerst enkele tientallen meters met een enorme steile trap naar beneden. Da's voor iemand die schilderen wil niet echt leuk.
Bij aankomst hebben we ons electrische circuit maar eens aan de 230Vac gehangen. Met als uitkomst dat om 19:41 de lading volgens de regelaar op 34% stond en dat met alle gebruikers uit gedurende de hele dag (ook de koelkast). De volgende morgen, was er nog nauwelijks lading in de accu. Dit kon niet kloppen. Voor de zekerheid de laadregelaar maar eens gereset en... 100%. Er is dus niets stuk, we hebben nog steeds voldoende aan een 100 Wp zonnepaneel, alleen de regelaar zag de wereld even anders. Iets om in de gaten te houden, we zijn weer gelukkig en kunnen weer electra gebruiken.
Het was geen koude nacht en dus bewolkt toen we opstonden. We hebben de trap naar beneden, naar het strand, genomen en zijn naar het noorden gelopen, naar Slettestrand.
Bijna het hele strand bestond uit grind, dus weinig vondsten. Anneke heeft nog een paar Bonte Mantels gevonden en vele foto's kunnen maken van bootjes.
Het wandelen was slopend. Het was lopen als op een net aangelegd grindpad. Dus hadden we een warme chocomel met taart verdient bij het Badehotel (hou er wel even rekening mee dat dat 168 DKK is dus ongeveer € 21,-).
De middag hebben we besteed aan opruimen en schoonmaken, dat mag ook wel een keer. Het restantje van de bami van gisteren is op en we hebben daarna een boekje gelezen. Morgen gaan we weg, verder naar het zuiden. We hebben de planning omgegooid. Het gaat langzamer dan we dachten en we vinden te veel. Dus het is niet doenlijk om alle schelpen in de camper te verwateren, te sorteren en te drogen. We doen dus nu alles per gebied in een zak met een label en later in Utrecht zoeken we het uit en maken we het schoon. Er is nu te kort tijd en plaats, het leek werk te worden en dat is niet de bedoeling.
Omdat we gedurende de reis steeds meer zaken zien die we ook willen zien, gaat ook het reizen minder snel dan we dachten. Dus we hebben de meeste Duitse Waddeneilanden geschrapt van onze planning. Daarmee hopen we eind oktober terug te kunnen zijn in Utrecht. Grappig dat reizen in je vrije tijd stress kan opleveren, komt misschien ook omdat we nog nooit met zijn tweeën zo gereisd hebben. We moeten alles nog leren, wat dan weer het leuke eraan is.
Op 30 september zijn we vanaf Svinkløv vertrokken voor een korte hop naar Torup Strand. Anneke heeft hier bootjes geschilderd en ik heb over een kiezelstrand gelopen
De Jammerbugten zijn wat mij betreft te veel kiezels en te weinig schelpen. Het laatste puntje van de bocht mochten we natuurlijk niet overslaan. Eigenlijk moet je de Bulbjerg in het voorjaar doen om vogels te kunnen kijken, maar we hebben nu toch een aardige impressie gekregen. Morgen willen we naar Hanstholm en nu staan we op een camping vlak voor dit plaatsje.
Het is oktober en wel de eerste. Hanstholm stond op de planning voor een bezoek aan de haven. Anneke heeft er geschilderd en ik vond een net dat lag te drogen met heel bijzondere vondsten. Uit het net haalde ik Penhorens, Olifantstandjes, Gedorende Hartschelpen en een paar Zwarte Streepschelpen. Wat een top vondsten!
Bij Klitmøller zijn we nog even kort het strand op geweest, eigenlijk in de veronderstelling dat het niets zou zijn (weer stenen), maar het was zulk mooi weer dat we er toch nog even uit moesten. Roept Anneke me vanaf de vloedlijn. Ze heeft een witte steen gevonden met boorgaten. Na wat kloppen, hakken en breken kwamen er Pholades, Ruwe Boormossels en Noorse Rotsboorders uit.
Langs de kust van Denemarken staan nog veel bunkers uit de 2de Wereld Oorlog en daar weten ze soms bijzonder creatief mee om te gaan.
De overnachting vond plaats in Nr. Vorupør op de Strandgaardens Camping.
Op 2 oktober 's ochtends naar het strand van Nr. Vorupor. Anneke heeft bootjes geschilderd en ik het strand verkend.
Daarna van een hoge pier in zee wezen vissen, was niet zo'n succes. De eerste worp zat meteen vast tussen de stenen. Nieuwe spullen in de supermarkt gehaald. Na enige tijd zat ook dit tuig vast en bleef daar zitten. Na een half uurtje vissen twee tuigjes weg en twee zeesterren gevangen. De viskraam deed goede zaken: broodje viskroket gegeten en koudgerookte zalm meegenomen en daar wraps mee gemaakt.
De geplande camping bij Agger was dicht, dus de boot genomen naar de Thyborøn Camping.
Hier liggen op het strand wel weer schelpen, we hebben alweer een collectie Pelikaansvoeten aangelegd.
's Avonds de was gedaan, inclusief zelf weer eens een douche. Alles is weer fris en schoon.
3 oktober eerst naar de haven geweest. Niet veel nieuwe dingen gevonden op de stranden, het lijkt hetzelfde als wat we gister gevonden hebben. Kennelijk hadden we al het beste stuk strand gevonden. Dus maar even door de haven gestruind en in gesprek geraakt met een Nederlandse chauffeur die voor Zwaan en Partners reed. Hij kwam vis ophalen van een Belgische (Zeebrugge) kotter zodat die de volgende dag om 6:00 uur geveild kon worden in Urk. De visser had geen schelpen, maar wel een mooi groot stuk barnsteen (7dk/gram).
Daarna bezoek aan het Sneglehuset.
Tegen de middag doorgereden naar Borbjerg voor een lunch en een kort bezoek aan het strand. Weer kiezels en geen schelpen.
De camping in Torsminde stond ons niet aan, dus zijn we doorgereden naar Hvide Sande. Een leuke camping, met veel Duitsers want die hebben een lang weekend vrij (hereniging Duitsland).
De wind is behoorlijk toegenomen, vanuit een zuidelijke hoek. Het strand is weer bijna zoals bij ons, met nog af en toe wat keizels. Er liggen veel stevige strandschelpen. De voorspellingen voor morgen zijn niet zo goed, maar dat is morgen.
4 oktober was een regenachtige en sombere dag. In Hvide Sande hebben we eerst het stadje bekeken en een Deense Kaneel Stick gekocht. Een bezoekje aan het strandje leverde niet veel op, het leek erg veel op ons Nederlandse strand, veel lopen weinig vinden. Na de wandeling zijn we doorgereden richting Blåvand, waar we twee campings bekeken hebben bij Vejers, maar die zagen er niet erg levendig uit. Bij Oksbø boodschappen gedaan en toen toch besloten om nog even in Blåvand zelf te gaan kijken. Daar raakten we verzeild op een zeer luxe camping, waar echt alles is, ook leuk om een keer mee te maken, maar het is wel duur met 260 ddk/nacht. Natuurlijk nog even snel naar het strand geweest wat 1 Noordkromp op leverde en de constatering dat er veel schelpen liggen, dus dat belooft wat.
De volgende dag (5 oktober) een wandeling gemaakt vanaf de camping naar de Blåvand Fyr over het strand en via het dorp terug.
Anneke heeft haar eerste Noordkromp gevonden en is blij. Tussen de pieren op het strand nabij de camping lagen er veel kokkel doubletten, Amerikaanse Zwaardschedes en Stevige Strandschelpen. Noordelijker kwamen we eerst meer stenen tegen en nabij de vuurtoren wat meer gruisbankachtig materiaal met o.a. levende Goudkammetjes in hun zandkokers en natuurlijk vergeten foto's te maken.
Bij de camper terug gekomen was Anneke er wel klaar mee, maar ik wilde nog even een wandeling naar het zuiden maken over strand. Dat leverde nog een Noordkromp een twee Tere Hartschelpen op.
Voor 6 oktober hadden we Skallingen op het programma staan. Via een smal pad door vlak wadachtig landschap met af en toe een priel kwamen we bij een enorm breed strand.
Het was prachtig mooi weer en dus hebben we maximaal gebruik gemaakt van het strand door naar het meest zuidelijke puntje te lopen. Aangestoken door een man met grote stukken barnsteen in zijn jaszak werd er naarstig naar barnsteen gezocht, maar helaas werd er niets gevonden. Op het zuidelijkste puntje troffen we heel veel Noordkrompen en Wulken aan. Zoveel zelfs dat we al op het strand aan het sorteren zijn geslagen en alleen de mooiste en passende in de groeireeks hebben meegenomen.
Verder lagen er op het strand vooral heel veel Kokkels, Amerikaanse Zwaardschedes en schelpkokerwormen. Af en toe kwamen we een Halfgeknotte Strandschelp doublet, een oude versleten Penhoren of een Pelikaansvoet tegen.
Na Skallingen zijn we naar Esbjerg gereden en hebben de boot naar Fanø (Fanoe) genomen.
In Norby zijn we opzoek gegaan naar de Tourist Information, maar die was op zaterdag en zondag gesloten. Ter eerste verkenning het hele eiland (15 km) over gereden en besloten op de Feldberg Familien Camping de nacht door te brengen, omdat dat het dichtst bij Norby, het meest idylische dorpje, is.
De volgende ochtend (7 oktober) zijn we begonnen met een wandeling door Norby, waar we ook de boodschappen hebben gedaan. 's Middags hebben we gewandeld op Søren Jessens Sand. Het water was al opkomend en de vondsten zaten vooral in de gruisbankjes (trapgevels). Ik vond het bijzonder dat we veel zeegras aantroffen. We hadden prachtig weer op deze zandplaat en ik heb ons eerste snippertje barnsteen gevonden.
Over het strand zijn we naar Sønderho gereden, wat hier heel normaal is, en van daar terug naar de camping.
De 8ste oktober terug in Sønderho voor een eerste poging tot wadlopen, maar nadat ik tot mijn knieën was weg gezakt deze dappere poging opgegeven en samen door het dorpje gewandeld.
Bij de haven, voor de boot terug naar het vasteland, zagen we de eerste zeehonden op een wadplaat.
's Middags een bezoek gebracht aan het Waddencentrum in Vester Vested en wat navraag gedaan naar Atoomslakjes in de Zeegrasvelden. Het beste advies was, neem wat monsters, wat ik natuurlijk al gedaan had. Hopelijk zit er iets tussen.
Overnacht op de Ribe Camping
9 oktober was Ribe dag. Ribe is een mooie oude stad met middeleeuwse huizen, dus daar hebben we een dag voor uitgetrokken. Als eerste zijn we naar het kunstmuseum geweest. Dit museum heeft een wisselende kwaliteit schilderijen, ik was er niet heel erg van onder de indruk. De beste schilders hadden we wat mij betreft al in Skagen gezien.
De Dom is een aanrader, wat een prachtig mooi gebouw. Het meest gecharmeerd was ik van de oude kleur keuzes, terwijl Anneke volledig ging voor de nieuwe mozaïken en freco's.
Vreemd is dat we al geruime tijd door Denemarken toeren en nog geen enkele keer smømorrebrød gegeten hebben, dus dat hebben we even recht gezet en oh boy, dat smaakt naar meer. En om dan maar gelijk de hele gastronomische tourist uit te hangen hebben we de maaltijd afgesloten met wafels met ijs en wafels met chocolade (het is net België).
Nieuw opgedane energie moest natuurlijk gebruikt worden dus een stadstour door de oude straatjes met zijn vele middeleeuwse panden.
De middag hebben we afgesloten met Ribe bier en Nacho's. Heerlijk. Over het avondeten zullen we het niet meer hebben.
Het gaat om de reis, niet om de bestemming. Korter kan ik de belevenis van onze tocht naar Mandø van 10 oktober niet samenvatten. De weg naar Mandø is alleen begaanbaar op door het tij bepaalde tijdstippen. Bij hoogwater staat hij onder, bij laagwater droog en natuurlijk hadden we de verhalen al gehoord van mensen die halverwege niet meer verder konden. De avond van te voren via dmi.dk bekeken wanneer de weg begaanbaar zou moeten zijn en alle getijde tijden opgeschreven. Wij, of vooral ik, wilde perse met eigen auto. Wat een tocht, over enorme keien, door plassen en met stralend mooi weer.
Om 10:45 waren we op Mandø waar ik een monster zeegras en een monster wadlslakjes gruis heb meegenomen. Veel malacologisch was er verder niet, maar dat heeft zijn voordelen. Vroeger dan gepland namen we de weg terug, zodat er op de terug weg geen enkele getij stress was, zelfs niet bij Anneke. Dus nu dubbel genoten van de tocht door het Deense waddengebied.
Om ongeveer 14:00 stonden we bij het Viking Center even ten zuiden van Ribe. Dit is een openlucht attractie met mensen die leven en doen als de Vikingen. Helaas sloot het al om 15:30, zodat we net niet alles hebben kunnen zien, maar we hebben wel enorm genoten. Het is een prachtig park met veel te zien en de mensen die er werken kunnen veel vertellen, ook in het Engels. Zeer bijzonder was dat er voor ons gezongen werd. Zij vertolkten een lied uit de Edda die ik tijdens onze reis door Noorwegen gelezen had, dat hielp overigens niet bij het verstaan van de tekst.
Door naar Rømø dat door een hele lange dijk, dwars door het waddengebied, verbonden is met het vaste land.
Als uitvalsbasis hadden we de Lakolk Camping. De pan Bolognese saus die we de dag ervoor gemaakt hadden heeft lekker een dagje kunnen trekken en na zo'n top dag smaakte hij extra lekker.
Zwaar bewolkt weer en een straffe NO-wind was begroeting van de ochtend van 11 oktober en er toch een stranddag van gemaakt. 's Ochtends zijn we naar de zuid gelopen en 's middags naar de noord. Het strand bevat hier heel veel Nonnetjes, Kokkels en Amerikaanse Zwaardschedes. Helaas waren door de harde wind al veel schelpen ondergestoven. Toch vonden we heel veel trapgevels, maar geen nieuwe soorten. Anneke vond 's ochtends wel haar eerste stukje barnsteen, met zoals later bleek, een straatwaarde van 10 dkk (€ 1,50). We hadden als we alle kokkels, Mossels en Halfgeknotte Strandschelpen hadden meegenomen rustig een fruit-de-mare kunnen maken, maar we hadden nog Bolognese saus, die moest eerst op.
De kommandeurswoning met het skelet van een Potvis en friese tegels werd bezocht op 12 oktober. Dit huis is een bezichtiging meer dan waard. De beschilderingen waren overweldigend, zelfs de platfonds (foto 5) waren beschilderd.
Daarna naar Havneby voor een bezoek aan het strand naast de haven. Onderweg kwamen we een mooi reddingsbrigade huisje tegen. Op het strandje naast de haven lagen veel Kokkels, Oesters, Nonnetjes en Platte Slijkgapers en er waren wegzakkende mensen in slijk. Maar ja, als er een ringdijkje ligt met in het midden een rietachtige begroeiing, is het dan slim om daar over te lopen? De gefotografeerde Duitsers dachten van wel...
En toen wilden we naar Sylt. Met de auto over de weg en eigenwijs blijven, terwijl de routecomputer blijft herhalen dat we met de boot moeten. Wij waren er echter van overtuigd dat er een weg naar Sylt gaat. Voor de zekerheid toch even een echt ouderwets boek erbij gepakt, wat blijkt wat wij voor een weg hebben aangezien is een treinrails. Dus dan maar weer terug naar Havneby en daar de boot genomen naar Sylt.
Bij de VVV een berg met informatie verzameld en op de Wenningstedt Camping beland, die op de camping een leuk restaurantje hebben. Die avond hebben we heerlijk eend gegeten en het was top om eens een avond niet te hoeven koken. In de nacht ging het vreselijk te keer en kwam de regen met bakken uit de lucht.
We stonden met een zonnetje op op 13 oktober, het was beter dan verwacht. We hebben de zuidkant van het eiland bezocht. De eerste stop was bij een Waddencentrum, waar we ook gelijk het strand op zijn gegaan. Niets vermeldenswaardigs gevonden. Daarna zijn we doorgegaan naar de zuidpunt.
's Middags naar Keitum geweest voor een bezoek aan het Heimatsmuseum en het Friesehuis.
Verder zijn we wat campings langs geweest voor een vergelijkend waren onderzoek. De conclusie: we staan al op de beste camping.
Op 14 oktober zijn we naar de Ellenbogen geweest. Het was mooi weer, maar er waren geen bijzondere vondsten. Daarna hebben hebben we een stukje door Westerland gelopen en om 15:00 uur hadden we de trein naar Niebüll.
Cuxhaven, het doel om naar Helgoland te komen, was ons nog even te ver weg, dus hebben we besloten te overnachten in St. Peter-Ording. We vonden en leuke kleine camping met een alleraardigste dame aan de balie doe ons wist te vertellen dat er nog steeds boten vanuit Büssum naar Helgoland gaan. De volgende dag zullen we wat informatie inwinnen.
De ochtend van 15 oktober begon regenachtig, maar na 8:00 uur was het vrijwel droog. Op het strand enkele Wenteltrappen gevonden en regelmatig wat "wadslakjes"-gruis meegenomen, er lagen veel Nonnetjes, Kokkels en regelmatig Amerikaanse Zwaardschedes, ook lag er veel Zeegras.
Richting de zon in het zuiden gereden en in Büssum kaarten geregeld voor de boot. Dat had wel wat voeten in de aarde, er wordt namelijk storm voorspeld en dus weten ze niet of ze ons voor het eind van de maand van Helgoland kunnen ophalen. Het zou dus kunnen dat we via Cuxhaven terug moeten..., voor het eind van de maand? Rare jongens die Duitsers, die verwachten twee weken storm. Afijn die mevrouw wilde ons geen retour verkopen, we konden een enkeltje krijgen, met een optie op een retour dat moesten we op het eiland dan maar regelen. Hoe het ook zij, we gaan.
Ook een leuke camping voor onze camper gevonden waar hij veilig kan staan voor een paar dagen (Camping Nordsee). Een rondje door het dorpje gemaakt en gegeten en gedronken voor € 50,- dat is toch geen geld. Daar kun je bijna niet voor koken.
De boot naar Helgoland vertrekt 16 oktober om 9:15, dus voor het eerst sinds tijden zijn we om 7:00 uur op, het was nog donker. Na 2,5 uur varen over een grijze zee met grijze luchten, maar in goed gezelschap van een Duits stel dat al vele malen op Helgoland was geweest, kwamen we in de haven aan.
Via het Touristburo een hotel geboekt voor 2 of 3 dagen. De meegenomen spullen gedumpt en een rondje bovenkant van het eiland gedaan met een bezoekje aan het Nordstrand. Enkele tolhorens gevonden en veel rottend wier.
Bij het aquarium een boek over plankton gekocht en 's avonds heerlijk krabbescharen gegeten in Restaurant Atlantis. Daarna op de kamer genoten van een wijntje, een douche, en een heerlijk schoon en ruim bed. Heerlijk!
17 oktober stormt het. Snel komt het slechte weer opzetten. We zien de golven groeien.
Tot 2 uur blijft het regenen, maar wij hebben als het droog wordt er al 3 uur in het aquarium opzitten. Eerst een rondleiding en dan zelf het mooie simpele aquarium met zijn grote bakken bekijken.
Op de hotelkamer gegeten en toen het droog was naar de havenkant gelopen om de golven op de kust te zien slaan. Een kleine verrassing is dat de boot naar de Dünen om 15:00 de oversteek durft te maken. Meteen een kaartje gekocht. Anneke bang, ik blij. Het leverde qua vondsten niet veel op, alleen enkele Tapijtschelpen die ik uit de voeten het wier peuterde.
Terug op het hoofdeiland, een borrel genomen in het aquarium café en bij "de Hollander" gegeten waar we de avond te voren gereserveerd hadden. Met z'n tweëen een enorme schotel gebakken vis met zeeduivel, zeewolf, roodbaars, zalm, mosselen en garnalen weggewerkt. Top eten.
En dan zit het er bijna op. Het is 18 oktober de zon schijnt, de wind is weg. Nog een laatste rondje over het boveneiland gedaan en over het Noordstrand gelopen. De mooiste vondst is een helm met pokken.
Broodje gegeten, wat belastingvrije drank gekocht, en toen het wachten op de boot. Kopje thee, zonnetje, kortom even niets, rust. Helgoland is klein, een belastingparadijs, het hotel was prima met een super gastheer.
Naast de camping bij Zu Perle een hapje gegeten en toen waren we weer bij ons Witte Huis. Nog 1 nachtje Duitsland, dan de rit naar Limburg, naar een vriendin van Anneke en dan naar Utrecht. Rare gedachte.
Op 28 oktober 2013 trok de zwaarste storm sinds tijden over Engeland en Nederland. Op de waddeneilanden werd windkracht 12 gemeten, bij IJmuiden was het windkracht 10. Kortom een prima weertje om de oversteek naar Schotland te maken. Door de wind kon de Ferry de haven van IJmuiden niet in, dus het vertrek liep wat vertraging op. In plaats van 17:30 vertrokken we om 19:30.
Na een goede maaltijd genoten te hebben in het Blue Riband Restaurant heb ik wat dolfijn- en walvisfilmpjes gekeken en ben rond 22:00 uur naar bed gegaan. Het was een zeer onrustige nacht. Het soms wat scheef staan van de camper op een camping is niets vergeleken bij het geen minuut lang stil liggen van een boot, los nog van alle onbekende geluiden. Maar gelukkig geen last van zeeziekte.
Om 11:30 gingen we van boord in Newcastle upon Tyne en reed ik links over de Engelse wegen. Waar ik verwacht had dat het erg wennen zou zijn, viel het eigenlijk enorm mee. Het eerste doel was het zoeken van een camping. De eerste bleek een Caravan Club only camping te zijn (overigens een goed idee voor de volgende keer, wordt lid!). De eigenaren waren wel heel aardige mensen die alle moeite deden om te helpen een camping te vinden die niet leden aannam. Dus door naar Berwick upon Tweed. Ook dit was een Caravan Club camping (Seaview), maar voor mij als niet clublid ook toegankelijk tegen een wat hogere prijs. Ik had een prima plek met mooi uitzicht over de monding van de Tweed.
Veel mooie vondsten gedaan. Er lag veel Lamelaria wier en veel bladeren, het is per slot herfst. Waarschijnlijk een Palliolum sp. gevonden en ook 1 Gebochelde Mantel, Koffieboontjes, 1 Emarginala sp. (napslak) en enkele Schotelhorens.
Op de 30ste vroeg vertrokken en de A1 gevolgd richting North Berwick. De eerste stop was een bezoek aan Tantallon Castle.
Vanaf het kasteel de kustroute gevolgd en Gullane Bents gevonden. Het stond niet op de planning, maar was een goede stopplek. Een mooi overzichtelijk strand met heel veel schelpen, o.a. Noordkrompen, Geplooide Zonneschelpen en Wijde mantels.
Ten zuidwesten van Perth overnacht op een camping genaamd Noahs Ark. Het ging dan ook prompt regenen. Het thuisfront op de hoogte gebracht en een planning gemaakt, voor de aankomende dagen.
Vanaf Perth via de A90 naar Montrose gereden, misschien toch beter de hoogwaterlijsten bekijken voordat je ergens heen gaat. Er was hoegenaamd geen strand meer over, zo hoog stond het water.
Dus Saint Cyrus overgeslagen en doorgereden naar Stonehaven via de Coastal Route. Op de Queen Elizabeth Caravan Park ontdekt dat zij mijn ANWB-pas accepteren als een Caravan Club card, dus dat was even £ 10,- korting en daar zijn wij Hollanders gevoelig voor, Schotten ook overigens. De verwachte regen tussen 12:00 en 14:00 kwam niet, dus op aanraden van de dame bij de camping een tocht gemaakt langs de kust naar het kasteel dat ik met de auto al gepasseerd was. Super wandeling, ik denk dat ik verliefd aan het worden ben op het landschap. Wat is dit mooi!
Het Dunnottar Castle was helaas gesloten, maar op de weg terug een man gesproken die elke week deze wandeling maakte en in de zeventiger jaren van de vorige eeuw in Heerhugowaard was geweest. Zo zie je maar weer hoe klein de wereld is.
En toen was het tijd voor de beste Fish-and-Chips van 2013, daar de winnaar van deze jaarlijkse competitie zijn tent bijna naast de camping heeft. Bij het verlaten van de viszaak kwam de beloofde middag regen. Maar ik zat droog en met mijn vis in de camper.
Op 1 november eerst een bezoek gebracht aan een mooi strandje ten noorden van Aberdeen. Het leverde weinig op, er lagen wat Zaagjes, Schaalhorens, Purperslakken, Venusschelpen, een mantel, Noordkromp fragmenten en een enkel Artemisschelp fragment. Misschien ook hier het eens proberen met laagwater, maar ik zit momenteel met hoogwater in de ochtend.
Via de A947 naar Turriff en vandaar naar Portsoy. Het was een prachtige route om met stralend mooi weer te rijden.
Van Portsoy naar Burghead gereden om te ontdekken dat de camping gesloten was. Dus doorgereden naar naar Grantown-on-Spey. Wederom een prachtige route door een super landschap, heuvels, muurtjes, huisjes, geel, rood en groen en bruin. De all-year-round camping gevonden en boodschappen gedaan in het dorp. Toen maar eens mijn eerste pub bezocht.
Terug bij de camper had ik gelijk visite van een Roodborstje en deze kwam tot in de bus, dus ze zijn behoorlijk gewend aan mensen.
Ik ben blij met ons keramische kacheltje. Het houdt de bus prima warm, wat nodig was want bij het wakker worden was het voorraam bevroren. Als ik de deur open is het Roodborstje direct present. Het krijgt de kruimels van mijn ontbijt.
De tocht ging vandaag naar Nairn.
Op het eerste gezicht leek het strand leeg. Ik trof alleen wat zaagjes aan. Later, vooral nabij de haven, werden de vondsten beter en vond ik o.a. twee Noordhorens en een Gekielde Noordhoren.
Doorgereden naar Dornoch.
De voorspellingen voor 2 november waren 's ochtends droog en 's middags regen, en dat klopte behoorlijk. Ik was rond 14:30 in Dornoch rond en vanaf dat moment regende het.
Op 3 november werd ik wakker met windkracht 8 en tegen beter weten in naar het noorden gereden via de A9 en de A99 naar Wick. Het was een spannende tocht met veel wind en regen en overstromingen en hellingen van 13%. In de haven vond ik een paar prachtige schuurdeuren welke, ondanks de regen, op de foto moesten.
Verder hoopte ik op een bezoekje aan een destilleerderij en het Heritage Museum, prima activiteiten in dit weer, maar helaas alles is, in november, op zondag gesloten.
Het gevolg was dat ik heel vroeg in Gill's Bay was. Vanuit Gill's Bay vertrekt de Penland Ferry naar de Orkney's. Daar krijg ik gelijk te horen wat ik al verwachtte, de boottochten naar de Orkney eilanden van de ochtend en de middag waren geschrapt, misschien dat ze in de avond (18:30) nog zouden kunnen varen, maar daar was op dat moment nog niets over te zeggen. Een andere optie was de boot vanaf Scrabster, maar die ging pas om 19:00 uur, als hij al zou gaan. Toch nog even doorgereden naar Scrabster om te horen of ze bij Nordlink iets meer kunnen vertellen, maar daar was alles dicht en de loketten zouden pas om 17:00 uur open gaan. Ik wilde niet in in het donker aan de linkerkant van de weg rijden en zekerheid omtrent vertrek kreeg ik niet. Ik nam de A9 richting Dornoch terug.
Ik heb nog probeerd wat strandjes benoorden Wick te vinden, maar het was allemaal rots en de zee was te wild om op rotsen te gaan zoeken. Dus het werd een kustrit terug. Het was een spectaculaire tocht van bijna 300 kilometer met veel wind en regen, prachtige bergen en enorme wolkenluchten. Wegen waar soms zoveel water over stroomde dat bij het erdoor rijden de wind het water omhoog blies en als een golf over de bus sloeg, eng en machtig mooi tegelijkertijd. De witte bus is dus niet zo wit meer. Tegen het eind van de middag werd het mooi zonnig weer en de wind stortte vrij snel in, de golven bleven.
Met de keuze om om te keren heb ik besloten de Orkney eilanden te laten voor wat ze zijn. Terug bij Dornoch het strand bezocht wat o.a. twee mooie Wijde Mantels opleverde. Overdag was het in Dornoch 7 graden en 's ochtends zo rond de 3. Dat is fris en er droogt niet veel, dus hopen op wat betere dagen.
De volgende dag is er nog de twijfel over de keuze. Eerst maar eens naar Brora voor een bezoek aan de Clynelisch Distillery, je kunt Schotland toch niet bezoeken zonder een bezoek aan een whisky producent. Ik was ruim op tijd aanwezig dankzij een medewerker van de camping die om 7:30 met een kettingzaag in de weer ging. Mooie tijd, maar niet op deze dag.
Na een rondje door de omgeving rond de distileerderij samen met een stel een rondleiding gekregen door de fabriek. Na een proeverij een flesje meegenomen.
Na het bezoek het strand van Brora bezocht om de alcohol weg te lopen, het hoge water zorgde voor niet veel vondsten. Wel een mooie Gedoornde Hartschelp gevonden waar ik bij Dornoch tot nog toe alleen kleine exemplaren of fragmenten had gevonden. En toen begon het weer te regenen. Een donkere wolk was over de bergen komen zetten en binnen de kortste keren regende het pijpestelen. Ik was het zat. Terug gereden naar Nairn en dan merk je eigenlijk pas goed het verschil in landschap. Het noorden is koud en hard; rotsig. Het is ruw en "ontoegangkelijk" en zodra je Cromarty Firth of eigenlijk al de Dornoch Firth over bent verandert het landschap. Het wordt meer open, glooiend en ik voelde me opeens "thuis". Ik heb gas gegeven en om 15:30 was ik in Nairn op een camping. Prima ontvangsten een rustig plekje. Met een beetje curry en een slokje whisky de avond doorgebracht met de zekerheid van een beslissing.
Het heeft 's nachts flink gevroren. De morgen van 5 november begonnen met een ochtendwandeling over het oostelijke strand. Een paar mooie vondsten gedaan waaronder een Paardenmossel.
Het WDC (dolfijnencentrum) was al dicht dus uiteindelijk 1,5 uur gereden naar Macduff voor een bezoek aan het zee-aquarium.
Een goed gesprek gehad met de medewerksters en zij adviseerden om onder andere eens te gaan kijken in Sandend.
Op de terug weg gekeken, maar het water stond nog tot aan de rotsen en er was nauwelijks strand te zien. Er stond overal een stevige branding, dus terug gereden naar Nairn en het strand in het westen bezocht. Door de hoge vloed was deze volledig overspoeld, wat tot gevold heeft gehad dat de mooie vondsten plek van eerder volledig verdwenen was. De volgende dag ga ik de oostkant verder verkennen, na de ochtend lijkt het veel belovend. De rest van de middag besteed aan boodschappen doen zodat ik weer een tijdje vooruit kan.
Besloten om 6 november uit te roepen tot niet-reisdag. Dus alle tijd om de volledige kust rond Nairn te verkennen. Het was stralend mooi weer en rond 14:00 uur hoogwater met een getij verschil van 3,80 meter. Een strand dus om op te letten.
's Ochtends het strand oostelijke van de haven gedaan tot waar het meer wadachtig wordt. De middagmaaltijd genoten in de camper en na de vloed het strand westelijk van de haven bezocht.
Als afsluiting van de dag nog een bezoek aan het oostelijke deel. Het was vloed geweest en er was nog licht. Verrassend veel Penhorens gevonden en enorm veel Kokkels gezien, waaronder ook nog levende exemplaren. Enkele fragmenten van Wijde Mantels gezien, maar geen hele gevonden.
Prachtige dag gehad en na het eten lekker geslapen.
Op 7 november van Nairn naar Stonehaven gereden, want de camping daar was me goed bevallen en ik wilde St. Cyrus / Montrose nog eens zien bij laag water. Een stevige maar mooie rit.
Natuurlijk weer Fish and Chips genoten en verder niet veel gedaan. Toen het donker werd kwam ik tot de ontdekking dat de zekering van de 220Vac naar 12Vdc omvormer stuk is. Op zonne-energie alleen red ik het nu niet meer, dus de accu is echt leeg. Dat gaat even duren voordat daar weer wat spanning in zit, dus de avond doorgebracht in het donker. De laptop-accu was ook bijna leeg, dus het werd een ouderwets kaarsje en boekje. De conclusie met donkerder weer gaat de koelkast het niet meer redden op alleen de zon, dus zal deze, vooral als het 's nachts toch al koud is, vaker uit moeten. En een kleine aanpassing in het circuit maken: een weerstand tussen de voeding en de laadregelaar om de stroom te begrenzen en een extra wandcontactdoos voor de laptop zodat deze direct op de camping-aansluiting kan.
De ochtend van 8 november ben ik naar Saint Cyrus geweest alwaar er een zeer stijl bergpad was van de top bij de kerk naar het strand. Het was een enorme afdaling en klim weer omhoog. Voor de vondsten had ik dit niet hoeven doen. Ik heb wat gruis meegenomen, verder was er niets te vinden. Maar het uitzicht was "stunning".
De middag gebruikt om in Musselburgh te komen. Het is de Drummohr Camping nabij Edinburgh. Ga ik het advies van het thuisfront opvolgen en de volgende dag een stadstour maken, want ook dat hoor je te doen, of ga ik toch lekker naar het strand. Het zijn zo van die dilemma's waar je voor kunt komen te staan.
Het advies opgevolgd van de dames uit MacDuff en op 9 november vroeg de camping verlaten en naar Cockenzie & Port Seton Harbour gereden. Bij aankomst werd ik verrast door een optreden van de lokale doedelzakspelers. Qua vondsten was dit een super plek! Te veel schelpen gevonden, de verzamelkratjes beginnen nu behoorlijk vol te raken.
Daarna een stuk van Longniddry Bents gedaan en als toetje nog een stukje van Gullane Bents. Dat laatste strandje had een radicale morfose ondergaan sinds mijn vorige bezoek. De mooie randjes met de kleinere vondsten was door de storm volledig weggespoeld. Door het lage water kon ik wel een ander stuk van het strand bezoeken, wat dan weer heel veel Noordkrompen opleverde.
Ik was blij met de vele vondsten van deze dag. De auto begint vol te raken en we naderen nu met rasse schreven New Castle.
Onverwachts gestuit op een camping bij Aberlady. Het bestond uit het oude treinstation en was dit jaar voor het eerst een all-year-round camping. De eigenaar komt zelf één keer per jaar in Nederland en kampeert dan in de buurt van Hilversum.
Het is 2 graden in de camper als ik wakker wordt op 10 november. De zon schijnt en het gras knispert onder mijn voeten. Op tijd vertrokken naar North Berwick. Het strand van Milsey Bay leverde veel vondsten op.
Voor de toegang tot Seacliff moet je gepast geld hebben en ik had alleen nog grote biljetten, dus die overgeslagen en doorgereden naar Dunbar, dat was veel rots, weinig schelpen en veel wieren.
Het gevolg: vroeger dan gepland aangekomen in Coldingham. Een bezoekje gebracht aan Coldingham Bay. Een grappig klein strandje, met zeer weining bijzondere vondsten.
De camping had geen Internet voorziening en ik had geen zin in lezen, dus in de kroeg bij de camping een pint gedronken en Manchester United tegen Arsenal gekeken. Het werd 1-0 door Van Persie. Dit was mijn laatste dag in Schotland.
Ik begin hier nu duidelijk te merken dat het seizoen over is. Er is bijna niets meer open, of je moet in het weekend zijn. Dat maakt het doordeweeks wat saai, maar soms vind je een juweeltje. Zoals op 11 november. Ik ging voor het strand naar Eyemouth, maar dat was helemaal niets. De avond ervoor had ik, toen er geen Internet was, een folder gelezen over wat er zoal te doen is in de Scotish Borders. Er blijkt een klein Maritiem Museum in Eyemouth te zijn met een tentoonstelling over het smokkelen langs de Engelse kust, dat wilde ik wel zien. Hebben die lui toch een paar mooie poppen/beelden staan. Het museum is ook leuk, maar die figuren waren prachtig met schitterende koppen. Bleek dat ze die ooit overgenomen hadden uit een ander museum en nu gebruikten om de kleding te tonen. Kinderen vonden ze soms eng. Ik had het museum voor me alleen, dus toestemming gevraagd en van bijna elk beeld een foto gemaakt, moet je weten dat dat niets is voor mij, foto's maken van niet natuurgerelateerde zaken. Ik was blij met deze vondst.
's Middags naar Holy Island. Het eiland is te bereiken over een weg die met hoogwater onderwater ligt en met laagwater te berijden is. Het is een keurig geasfalteerde weg. De overtocht was beschikbaar tussen 11:40 en 19:25, nou ik kon er om al 11:25 prima overheen. In het kleine dorpje was bijna elke bezienswaardigheid gesloten, want een donderdag. Het strand was ruim en leeg, ook qua schelpen. Op de rotsen een rare smakker gemaakt doordat ik weggleed over wier. Gelukkig geen schade opgelopen.
Een prima camping gevonden (South Meadows Caravan Park) en tickets voor de terugweg geregeld. Ik heb nog 2 dagen.
Op 12 november afgezakt van Belfort naar South Shields, Newcastle. De eerste stop was, ondanks dat hij gesloten was, bij Bamburgh Castle. Ik moest hem gezien hebben, al is het dan allen van buiten. Het strand leverde bij hoogwater niet veel vondsten op.
De tweede stop van de dag werd gemaakt bij Embleton Bay. Een mooie plek met veel leuke vondsten, zoals enkele Parelmoerneuten.
De laatste stop was bij Cresswell. Ook dat was een strand met mooie vondsten, o.a. een Noordkromp, een Dichtgestreepte Artemisschelp en veel Tolhorens.
Toegang tot de parkeerplaats bij het strand.
De camping was een dure (£ 25,-), waarvoor er niet eens Internet is en je min of meer op een parkeerplaats staat. Maar ja, het is dan ook een stadscamping, dicht bij de boot.
13 november was het wachten tot de boot zou vertrekken (check-in tussen 14:30 en 16:00). De ochtend nuttig besteed door naar North Shields te rijden voor een bezoek aan Tynemouth Longsands. Dat was een goede beslissen want dat leverde een paar Napslakken op van een soort die ik nog niet heb. Daarna de vissershaven bezocht en wat vis, o.a. gerookte kabbeljauw in laten sealen, om thuis nog wat na te kunnen genieten.
Het was een onrustige overtocht met behoorlijk wat golfslag, daardoor slecht geslapen. Met enige vertraging liepen we de haven van IJmuiden binnen.
Daarna lekker naar huis, waar het grote schoonmaken en uitzoeken kan beginnen.