Eind januari wilde ik naar het strand. Een strand waar we nog niet eerder geweest waren, iets nieuws. De keuze viel op Hoek van Holland. Tot onze verrassing waren ze met zandsuppletie bezig. Het bleek te gaan om een project waarbij van 10 tot 15 kilometer uit de kust zand werd aangevoerd om het strand tussen Hoek van Holland en Den Haag op te hogen. Ze waren november 2008 gestart en het project loopt tot 2011. Daar er alleen de wintermaanden wordt gewerkt eindigt het project in maart 2009 bij 's-Gravenzande. Voor meer informatie zie: http://www.delflandsekust.nl/
Daar wij nog nooit op dit strand geweest zijn weten we niet wat het natuurlijke vondstenbereik is, toch proberen we middels dit verslag een beeld te geven van de vondsten uit de zandsuppletie. Het opgespoten zand zelf geeft moeilijk zijn rijkdom prijs. Dankzij de sterke oostenwind van de eerste dag (31 januari 2009) vonden we op de bergen veel halfgeknotte strandschelpen en opvallend veel stevige strandschelpen en een enkele mantel. De vloedlijn en de eblijn gaven echter veel meer prijs. Door het spoelen van de zee was het makkelijker zoeken. We hebben ons dan ook gericht op het stuk strand tussen de vloedlijn en de zee, ondanks dat er dan ook gewone aanspoelsels tussen kunnen zitten.
Zaterdag 31 januari 2009 er stond een harde ijzig koude noord-oosten wind. Veel schelpen aan de vloedlijn waren ondergestoven en we hebben ons dus op de eblijn moeten richten. Van de badweg (eb) zijn we naar de vlughtenburglaan gelopen
Hele stukken met heel veel amerikaanse ribkwallen:
De meloenkwalletjes hebben waarschijnlijk alleen te maken met de al vele dagen waaiende sterke oostenwind, en niets met de zandsuppletie.
Van de vlughtenburglaan zijn we na het eten terug gelopen over een stuk opgespoten strand.
Maar door de vondsten armoede (een enkele mantel) toch besloten om de waterkant weer te volgen, het was inmiddels opkomend water.
Wij zijn doorgelopen tot aan de dijk.
Via de dijk naar de duinrand (opgespoten zand) en terug naar de badweg.
De afgelopen week hebben we een westerstorm gehad met windkracht 8, dus goede hoop op bijzondere vondsten. Het was op 7 januari ijzig koud met een noord-oosten wind kracht 6. Er was veel stuivend zand dat de aanspoelsels snel bedekte met een dun laagje zand. Er was veel fossiel spul uit het suppletie zand, zoals pleistocene strandschelp, geknobbelde hartschelp, nonnetjes, etc. Vers lagen er veel halfgeknotte strandschelpen en witte dunschalen, regelmatig kwam ik een nonnetje doublet tegen en ook fuikhorentjes en af en toe een zaagje. Natuurlijk wel veel Amerikaanse zwaardschedes. Vermeldenswaardig was verder nog een verse klep van de gedoornde hartschelp. In de eblijn spoelden net als in 2009 amerikaanse ribkwallen aan.
|
|
|
|