home | nieuwsblad | informatie
Barnea candida Linnaeus, 1758
NL Witte boormossel
×
witte_boormossel-lg.png
witte boormossel
×
witte_boormossel_binnen-lg.png
witte boormossel binnen
×
witte_boormossel9-lg.png
witte boormossel9
×
witte_boormossel5-lg.png
witte boormossel5
×
witte_boormossel6-lg.png
witte boormossel6
×
witte_boormossel7-lg.png
witte boormossel7
×
witte_boormossel8-lg.png
witte boormossel8
×
witte_boormossel2-lg.png
witte boormossel2
×
witte_boormossel10-lg.png
witte boormossel10
×
witte_boormossel11-lg.png
witte boormossel11
×
witte_boormossel12-lg.png
witte boormossel12
 Overzicht 
 TijdvakEem1
 SynoniemenPholas candida [Linnaeus]
   
 De Schelp 
 Basis vormlanggerekt ovaal
    Hoogte25 mm
    Lengte65 mm
    Semidiameter16
    DikteDun, breekbaar1
    Bovenrandvoor en over de apex naar buiten omgeslagen en gedeeltelijk met de buitenzijde van de schelp vergroeid, gedeeltelijk vrij, zonder dwarssepten.1
    Onderrandaan de voorkant duidelijke punten
    Voorrandrond, weinig gapend
    Achterranddriehoekig, weinig gapend
    Gelijkzijdignee
    Gelijkkleppigja
 Umboorthogyr
    Apexvoor het midden1
 Periostracum
    Periostracum kleurgeelachtig1
    Periostracum structuurvezelig1
 Ostracum
    Ostracum kleurwit of grauwgeel, effen1
    Ostracum structuurwit of grauwgeel, effen1
    Parallelle sculptuurgestreept of geribd1
    Haakse sculptuurribben sterker in het voorste deel, vager in het achterste deel1
    Oppervlakte sculptuurop de knooppunten van de ribben ontstaan scherpe, schubvormige stekels1
    Binnenkant kleurwit1
    Binnenkant structuurporseleinachtig glanzend1
    Umbonale holtetamelijk sterk gewelfd1
 Apofyseeen verbrede, gekromde, iets lepelvormige, tand, ontspringend aan de dorsale rand, diep in de kromming van de umbo.1
 Slot
    Ligamentontbreekt of is sterk rudimentair1
    Slotplaatnee
    Slot-typeanodont
    Slottanden01
 Mantellijnflauw, bijna halverwege de schelp
    Mantelbochtdiep, onduidelijk aanwezig
 Sluitspieren
    Sluitspierindruksels3
       Voorste sluitspierindrukselhecht op de omgeslagen schelprand, aan de buitenkant, dit vervangt het ligament, door de spier te spannen sluit de schelp zich niet, maar opent zich1
       Middelste sluitspierindrukselkruisspier; net onder de mantelbocht
       Achterste sluitspierindrukselinwendig1
 Voetprotractor-indrukselsop de apofyse1
 Voetretractor-indrukselsop de apofuse1
 Accessorische schelpstukkenprotoplax
   
 Het Weekdier 
    Siphonen2, omgeven door een mantelbuis die de verlenging is van de mantel, alleen aan de uiteinde gescheiden1
    Voet vormgespierd
 Byssusnee
 Radula
 Spieren
 Voortplantingsorganen
   
 Het leven 
 Voortbewegingde borende werkzaamheden geschiedt met de raspachtige buitenkant van de schelp en niet door het afscheiden van zuren1
 Habitatborend in veen of, zeldzamer, hout. Ook vaak in stevige klei of in zand. Bijna altijd in vertikale richting van boven naar beneden.1
 VerspreidingOostzijde van de Noord-Atlantische Oceaan van Schotland en Zuid-Noorwegen tot aan en in de Middellandse Zee. Ook in de Zwarte Zee. In de Oostzee tot bij Kiel.1
   
 Bronnen 
 Literatuur
  1. Fauna van Nederland Mollusca (I) C. Lamellibranchia - Benthem Jutting, Tera van ; XII ; A.W. Sijthoff's Uitgeversmaatschappij N.V. , 1943

 
2006 - 2024 strandvondsten.nl / Commentaar, aanvullingen en suggesties: info@strandvondsten.nl