Overzicht | |
Tijdvak | vanaf Tertiair |
Bijzonderheden | Tellinidae hebben het zuurstof dragend pigment, hemoglobine, in hun zenuwen en klep spieren. De myoglobine vorm van dit pigment dat in de spieren zit zorgt voor de helder rode kleur. |
De Schelp | |
Basis vorm | langgerekt |
Hoogte | 20 mm |
Lengte | 30 mm |
Semidiameter | 5 |
Dikte | doorschijnend |
Bovenrand | driehoekig |
Onderrand | ovaal |
Voorrand | rond |
Achterrand | driehoekig |
Gelijkzijdig | nee |
Gelijkkleppig | ja |
Umbo | opisthogyr |
Apex | bijna in het midden of iets er achter |
Periostracum | |
Periostracum dikte | zeer dun |
Ostracum | |
Ostracum kleur | rose, wit, geel, creme of rose rood |
Ostracum structuur | glanzend |
Parallelle sculptuur | groeilijnen, fijne concentrische lijnen |
Kiel | van de top naar de achterrand |
Hypostracum | parelmoer |
Binnenkant kleur | wit of rose |
Binnenkant structuur | glanzend |
Slot | |
Ligament | uitwendig |
Nymf | introvert, ingesloten, extravert, kort en vrij stevig |
Tensilium vorm | kort en stevig |
Tensilium plek | opisthodeet |
Slotplaat | glad, smal |
Slot-type | heterodont |
Cardinale tanden | L: 2, waarvan de voorste gegroefd R: 2, waarvan de achterste gegroefd |
Voorste laterale tanden | L: nee R: 1, stomp dicht voor de top L: 1 |
Achterste laterale tanden | nee L: 1 R: 1 |
Mantellijn | valt samen met de mantelbocht |
Mantelbocht | groot, zeer diep, bijna de gehele schelp, in de linker- en rechterklep niet gelijk |
Sluitspieren | |
Sluitspierindruksels | 2 |
Het Weekdier | |
Siphonen | niet gelijk van lengte, met de instroom sipho zoekt het de bodem af naar eten. |
Voet vorm | groot |
Byssus | nee |
Radula | |
Spieren | |
Voortplantingsorganen | |
Het leven | |
Bevruchting | zomer |
Groei | elke jaarlijkse groei is de helft van het voorgaande jaar, in de winter staat de groei stil |
Levensverwachting | tot 6 jaar |
Voedsel | plantaardig detritus, in het voorjaar ook grote hoeveelheden diatomeeën |
Habitat | Op geringe diepte (3 tot 4 meter) in zand gemengd met slik. Tot 4000 exemplaren per m2. |
Verspreiding | Oostzijde van de Noord-Atlantische Oceaan van Noord-Noorwegen tot West-Marokko. Ook in de Middellandse Zee en de Zwarte Zee. Niet in de Oostzee. |
Bronnen | |
Literatuur |
|