Overzicht | |
De Schelp | |
Basis vorm | langwerpig-ovaal |
Lengte | 115 mm |
Convexiteit | vlak |
Bovenrand | parallel aan onderrand |
Onderrand | parallel aan bovenrand |
Voorrand | gapend |
Achterrand | gapend |
Gelijkzijdig | nee |
Gelijkkleppig | ja |
Umbo | weinig gewelfd |
Apex | aan de voorkant op ongeveer 1/3 van de voorrand |
Periostracum | |
Periostracum dikte | dun |
Periostracum kleur | bleek bruin |
Periostracum structuur | vezelig |
Ostracum | |
Ostracum kleur | wit |
Ostracum structuur | Ondoorschijnend, met zachteglans |
Parallelle sculptuur | lijnen en kleine richels |
Lunula | niet duidelijk verschillend van de rest van de schelp |
Area | niet duidelijk verschillend van de rest van de schelp |
Binnenkant kleur | wit |
Binnenkant structuur | zacht glanzend |
Umbonale holte | weinig gewelfd |
Slot | |
Ligament | extern en intern |
Tensilium vorm | smal en diep |
Tensilium kleur | donkerbruin |
Resiliumveld | groot lepelvormig veld; chondrofoor |
Chondrofoor | steekt schuin achterwaarts in de inwendige schelpruimte uit |
Slot-type | heterodont |
Cardinale tanden | L: 2; in omgeveerde V-vorm R: 2; de voorste bestaat uit twee overlappende tanden L: 1; reikt niet tot aan de bovenrand, in het midden tot een driehoekig dakje gebogen. Vlak achter het achterste been van dit driehoekje, en ongeveer parallel ermee, loopt nog een smalle rand van kalk tussen de tand en de chondrofoor. R: 2; die aan de toppen elkaar niet raken, maar wel heel dicht naderen L: vergroeid tot een omgekeerde V-vorm |
Voorste cardinale tanden | L: Kan 1 minder ontwikkelde voorste tand hebben R: |
Achterste cardinale tanden | L: kan 1 korte achterste tand hebben R: |
Laterale tanden | glad R: 4 L: 2 |
Voorste laterale tanden | L: 1, lang, dun |
Achterste laterale tanden | R: 1 |
Mantelbocht | diep tot onder de apex en valt voor een deel samen met de mantellijn |
Sluitspieren | |
Sluitspierindruksels | 2; hoog, vlak onder de bovenrand |
Het Weekdier | |
Siphonen | heeft aan het einde een zone |
Voet vorm | groot en breed |
Voet kleur | wit |
Byssus | nee |
Radula | |
Spieren | |
Voortplantingsorganen | |
Het leven | |
Habitat | Graaft zich diep in in modderig zand en modderig gravel in het intergetijdengebied en dicht bij de kust |
Verspreiding | Slechts enkele soorten in Europa, Indische Oceaan, Japan, Zuid- en West-Afrika. |
Bronnen | |
Literatuur |
|
Websites | |
Foto verantwoording | Foto Rien de Ruijter |