home | nieuwsblad | informatie
Lutraria angustior R. A. Philippi, 1844
NL Smalle otterschelp
×
2029365711 0
2029365711 0
ExoskeletEen versteviging van het lichaam aan de buitenkant en direct zichtbaar
:ja 1
Schelp:ja 1
   Vorm:langgerekt ovaal, zijdelings samengedrukt 2
   Tweekleppig:ja 1
   
GelijkkleppigBij tweekleppigen of de linker- en de rechterklep min of meer gelijk zijn
:ja 3
   
LengteVan apex tot opening, voornamelijk bij stoottanden
:115 mm
   Convexiteit:vlak
   
SymmetrischLigt de apex in het midden van de schelp
:nee
   
ApexHet eerst gevormde deel van de schelp (top).
:aan de voorkant op ongeveer 1/3 van de voorrand
   
Umbo
Het eerst gevormde deel van de schelp en de daarop volgende gewelfde groeizone. Deze zone kan een paar kenmerkende eigenschappen hebben:
opisthogyr
De umbo is naar achteren gericht
prosogyr
De umbo is naar voren gericht
orthogyr
De umbo's zijn naar elkaar gericht
spirogyr
De umbo's van elkaar af gericht
:naar voren gericht, weinig gewelfd 2
   Bovenrand:parallel aan onderrand
   
VoorrandBij tweekleppigen de zijrand waar de sipho's niet uitkomen
:gapend
   
AchterrandBij tweekleppigen de zijde waar de sipho's uitkomen
:gapend
   Onderrand:parallel aan bovenrand
   
PeriostracumHet periostracum is in het Nederlands bekend als de opperhuid. Het is de buitenste laag van de schelp, opgebouwd uit conchioline vermengd met kalk, en beschermt de schelp tegen de inwerking van (zee)water en zuren.
:ja 2
      Dikte:dun
      Kleur:bleek bruin
      Structuur:vezelig 2
   
OstracumHet ostracum is de tweede laag van de schelp. Deze laag, ook wel prismalaag of porseleinlaag genoemd, bestaat uit calciet, of uit calciet en argoniet, wat voornamelijk bestaat uit calciumcarbonaat. Het zijn kleine primatische kristalletjes die loodrecht staan op de buitenste laag en dan prismalaag heet of als gekruiste lamellen en dan porceleinlaag heet. In beide gevallen hebben we het nog steeds over het ostracum.
:ja 2
      Kleur:wit
      Structuur:Ondoorschijnend, met zachteglans 2
         
ParallelDe structuur parallel aan de groeilijnen
:lijnen en kleine richels
   
LunulaBij tweekleppigen een veldje voor de umbo dat min of meer duidelijk begrensd is. Ook bekend als maantje.
:nee 2
   
AreaEscutcheon of rugveld; Een min of meer duidelijk begrensd langwerpig veld achter de umbonen bij een deel van de tweekleppigen, naast en achter het uitwendig ligament. In het algemeen is het afwijkend van sculptuur van de rest van de schelp.
:niet duidelijk verschillend van de rest van de schelp 2
   
LigamentHet ligament zorgt ervoor dat de kleppen in rust toestand open staan. Door het gebruik van de sluitspieren kan het dier de kleppen sluiten. Het ligament is gemaakt van conchioline. Het ligament kan inwendig en/of uitwendig zijn. Het inwendige deel heet het resilium en is een prop concioline die de kleppen open drukt. Het uitwendige deel heet het tensilium en bestaat uit een band conchioline die de kleppen open trekt. Het tensilium bevindt zich nabij de apex van de schelp.
:ja 2
      
TensiliumHet uitwendige ligament dat als een band zichtbaar is en de schelpkleppen open trekt.
:ja
         Vorm:smal en diep
         Kleur:donkerbruin
      
ResiliumHet inwendige ligament dat als een prop bij de umbo zit en de schelpkleppen open drukt.
:ja 2
      
ResiliumveldDe, meestal driehoekige verdieping in de slotplaat onder de top waarop het resilium zat. Het veld kan uitsteken ten opzichte van de slotplaat richting de onderrand van de schelp.
:uitstekend ten opzichte van de slotplaat
   
TandenDe tanden zorgen ervoor dat de twee kleppen netjes op elkaar sluiten:
Anodont
Zonder tanden
Dysodont/Desmodont
Kleine, zwakke tanden nabij de top. Of: tanden in de vorm van een aantal knobbeltjes
Taxodont
Een groot aantal gelijkvormige tanden die recht, waaiervormig of chevronvormig (V-vormig) onder de top staan.
Heterdont
2-3 cardinale tanden direct onder de top en enkele laterale tanden langs de voor- en achterrand.
Isodont
Zeer grote tanden aan beide kanten van de resiliumgroeve. Of: enkele symmetrische gerangschikte tanden
Schizodont
Zeer grote tanden met parallele groeven evenwijdig met de as van de tand.
Pachydont
Grote, zware, lompe tanden. De vertanding komt alleen voor in "rudists"
:Heterodont 3
      
CardinaalDe cardinale tanden liggen direct onder de top en zijn vaak wat kort en stomp.
:ja 3
         Linker klep:ja 4
            Aantal:1 2
            Beschrijving:reikt niet tot aan de bovenrand, in het midden tot een driehoekig dakje gebogen. Vlak achter het achterste been van dit driehoekje, en ongeveer parallel ermee, loopt nog een smalle rand van kalk tussen de tand en het resiliumveld 2
         Rechter klep:ja 2
            Aantal:2 2
            Beschrijving:van de 2 tanden raken de toppen elkaar niet, maar naderen elkaar wel heel dicht 2
      
LateraalDe laterale tanden liggen wat verder verwijderd vanaf de top en zijn vaak wat langer gerekt.
:ja 4
         Beschrijving:glad; voorste zeer zwak tot afwezig; achterste kan achter het resiliumveld voorkomen; kort 2
         Rechter klep:ja 4
            Aantal:4 4
            Achter:ja
               Aantal:1
         Linker klep:ja 4
            Aantal:2 4
            Voor:ja
               Aantal:1
               Beschrijving:lang, dun
   
HypostracumDe binnenste van de drie lagen (niet altijd aanwezig) ook wel parelmoerlaag genoemd. Deze laag is opgebouwd uit koolzure kalk die is afgezet in zeer dunne bladvormige kristallen. Wordt gemaakt door de gehele mantel.
:nee 3
   Binnenzijde: 2
      Kleur:wit 2
      Structuur:zacht glanzend 2
      Umbonale holte:weinig gewelfd 2
   Sluitspierindruksels:ja 2
      Aantal:2 2
      Beschrijving:hoog, vlak onder de bovenrand 2
   Mantellijn:ja 4
      Mantelbocht:ja 4
         Beschrijving:diep tot onder de apex en valt voor een deel samen met de mantellijn
Lichaam:ja 1
   Mantel:ja 1
   Voet:ja 4
      Vorm:groot en breed 2
      Kleur:wit 4
   Byssusklier:nee 2
   Siphonen:ja 4
      Beschrijving:Lang, grotendeels door een gemeenschappelijk omhulsel van vezelige constructie omgeven, aan de uiteinden gescheiden; heeft aan het einde een witte zone
      Lengte:kort 4
Ademhalingsorgaan:ja 3
   Kieuwen:ja 3
      
Type
Potobranchia
Een paar pluimachtige kieuwen of ctenidia met twee rijen platte filamenten op elke kieuw
Filibranchia
Lange dunne filamenten die op hun plek gehouden worden door aan elkaar verbonden cilia
Eulamellibrancia
De lamellae zijn verbonden door tissue, de filamenten zijn stevig verbonden door vasculaire verbindingen. De hele kieuw heeft iets weg van een geperforeerd blad.
Septibranchia
Dit zijn gedegenereerde kieuwen. De filamenten zijn sterk gereduceerd. De kieuwen zijn vervormd tot geperforeerde spier delen tussen de twee palliale kamers.
:Lamellibranch 3
Habitat:Graaft zich diep in in modderig zand en modderig gravel in het intergetijdengebied en dicht bij de kust
   Verspreiding:Slechts enkele soorten in Europa, Indische Oceaan, Japan, Zuid- en West-Afrika. 2
Literatuur:
Foto verantwoording:Foto Rien de Ruijter
Bronnen:
  1. https://strandvondsten.nl/Bivalvia
  2. https://strandvondsten.nl/tweekleppigen/Lutraria
  3. https://strandvondsten.nl/tweekleppigen/Heteroconchia
  4. https://strandvondsten.nl/tweekleppigen/Mactridae
© 2006 - 2025 strandvondsten.nl / Powered by huwatoco.nl / info@huwatoco.nl