ExoskeletEen versteviging van het lichaam aan de buitenkant en direct zichtbaar | : | ja |
Schelp | : | ja |
Vorm | : | tweekleppig; rond tot scheef ovaal |
HoogteDe maat van top tot onderrand | : | ≤15 mm |
BreedteDe maat van voorrand tot achterrand voor tweekleppigen; voor slakkenhuizen de grootste breedte van een binding, ookwel doorsnede | : | ≤15 mm |
DikteDikte van het schelp materiaal | : | sterk 1 |
GelijkkleppigBij tweekleppigen of de linker- en de rechterklep min of meer gelijk zijn | : | ja 2 |
SymmetrischLigt de apex in het midden van de schelp | : | nee |
ApexHet eerst gevormde deel van de schelp (top). | : | iets voor het midden 2 |
UmboDe top en het gewelfde deel van de schelp die daarop volgt bij tweekleppigen. | : | prominent |
Onderrand | : | Gecrenuleerd door in elkaar vallende ribben 2 |
Periostracum | : | ja |
Dikte | : | dun 2 |
Ostracum | : | ja |
Kleur | : | wit tot geelwit; soms met licht bruin 2 |
Groeilijnen | : | duidelijk |
RibbenEen sculptuur die dwars staat op de groeilijnen/ groeirichting | : | ja |
Vorm | : | vlak 2 |
Sculptuur | : | Op de voorste ribben met stekels, achterste ribben met streepjes 2 |
GroefDe groef is de tussenruimte tussen de ribben | : | 1 |
Breedte | : | heel smal |
LunulaBij tweekleppigen een veldje voor de umbo dat min of meer duidelijk begrensd is. Ook bekend als maantje. | : | nee |
LigamentHet uit conchioline bestaande onderdeel dat ervoor zorgt dat een schelp zonder de werking van de sluitspieren open staat. Het ligament kan inwendig en/of uitwendig zijn. Het inwendige deel heet het resilium, het uitwendige deel het tensilium. | : | ja |
Beschrijving | : | duidelijk maar verzonken 2 |
NymfGroeve waarin het tensilium aangehecht is | : | kort 2 |
TandenHet soort tanden van de schelp taxodont, heterodont, etc. | : | Heterodont |
CardinaalDe cardinale tanden liggen direct onder de top en zijn vaak wat kort en stomp. | : | ja |
Aantal | : | 2 |
Beschrijving | : | smal |
LateraalDe laterale tanden liggen wat verder verwijderd vanaf de top en zijn vaak wat langer gerekt. | : | ja |
Rechts voor | : | ja |
Aantal | : | 2 2 |
Beschrijving | : | groter dan de achterste |
Rechts achter | : | ja |
Aantal | : | 2 2 |
Links voor | : | ja |
Aantal | : | 1 2 |
Beschrijving | : | groter dan de achterste |
Links achter | : | ja |
Aantal | : | 1 2 |
Binnenzijde | ||
Kleur | : | Wit |
Structuur | : | de externe ribben zijn als groeven zichtbaar aan de binnenkant |
Umbonale holte | : | groeven lopen soms door tot in de umbonale holte 2 |
Sluitspierindruksels | : | ja |
Beschrijving | : | voorste en achterste even groot en duidelijk aanwezig |
Aantal | : | 2 |
Mantellijn | : | ja |
Beschrijving | : | nauwelijks zichtbaar 2 |
Mantelbocht | : | nee |
Lichaam | : | ja |
Mantel | : | ja |
Kleur | : | wit |
Rand | : | glad |
Voet | : | ja |
Beschrijving | : | ontwikkeld 1 |
Vorm | : | lang, slank en vingervormig |
Kleur | : | transparant |
Siphonen | : | ja |
Lengte | : | kort |
Habitat | : | zand en gravel, uit de kust tot 100 meter diep |
Verspreiding | : | van IJsland tot de Middellandse Zee en de Kanarische eilanden |
Juveniele fase | : | opvallend ongelijkzijdig, umbonale kiel zwak, apex uitstekend. Achterste ribben met stompe schubben, andere ribben eerst glad maar daarna wigvormige stekels aan de voorzijde. |
Bronnen | : |