Kleine vijlschelp | Lengte | : | 13 |
| Hoogte | : | 17 mm |
ExoskeletEen versteviging van het lichaam aan de buitenkant en direct zichtbaar | : | ja 1 |
| Schelp | : | ja 2 |
| Vorm | : | ovaal |
| Tweekleppig | : | ja 1 |
| GelijkkleppigBij tweekleppigen of de linker- en de rechterklep min of meer gelijk zijn | : | ja |
| Convexiteit | : | iets bol |
| SymmetrischLigt de apex in het midden van de schelp | : | nee |
| Onderrand | : | gecrenuleerd op het snijvlak met de ribben |
| Oren | : | ja |
| Aantal | : | 2 |
| Beschrijving | : | klein en ongeveer gelijk; geen ribben op de oren |
| Groeilijnen | : | duidelijk |
| PeriostracumHet periostracum is in het Nederlands bekend als de opperhuid. Het is de buitenste laag van de schelp, opgebouwd uit conchioline vermengd met kalk, en beschermt de schelp tegen de inwerking van (zee)water en zuren. | : | ja |
| Kleur | : | vuil wit of creme |
| OstracumHet ostracum is de tweede laag van de schelp. Deze laag, ook wel prismalaag of porseleinlaag genoemd, bestaat uit calciet, of uit calciet en argoniet, wat voornamelijk bestaat uit calciumcarbonaat. Het zijn kleine primatische kristalletjes die loodrecht staan op de buitenste laag en dan prismalaag heet of als gekruiste lamellen en dan porceleinlaag heet. In beide gevallen hebben we het nog steeds over het ostracum. | : | ja |
| Kleur | : | doorzichtig |
| Structuur | ||
| ParallelDe structuur parallel aan de groeilijnen | : | lijnen en richels |
| HaaksDe structuur haaks op de groeilijnen | : | ribben met in het midden vaak 1 rib die duidelijker aanwezig is |
| RibbenEen structuur die dwars staat op de groeilijnen/ groeirichting | : | ja |
| Aantal | : | 25-40 |
| LigamentHet ligament zorgt ervoor dat de kleppen in rust toestand open staan. Door het gebruik van de sluitspieren kan het dier de kleppen sluiten. Het ligament is gemaakt van conchioline. Het ligament kan inwendig en/of uitwendig zijn. Het inwendige deel heet het resilium en is een prop concioline die de kleppen open drukt. Het uitwendige deel heet het tensilium en bestaat uit een band conchioline die de kleppen open trekt. Het tensilium bevindt zich nabij de apex van de schelp. | : | ja |
| ResiliumveldDe, meestal driehoekige verdieping in de slotplaat onder de top waarop het resilium zat. Het veld kan uitsteken ten opzichte van de slotplaat richting de onderrand van de schelp. | : | breed driehoekig |
| SlotplaatDe plek waar de tanden van de schelp op staan | : | aan beide kanten van het resiliumveld; glad, behalve bij juvenilen daar is een fijn taxodont slot aanwezig |
| Binnenzijde | ||
| Structuur | : | dikke laag parelmoer, als er aan de buitenkant een duidelijke middenrib aanwezig is dan is er aan de binnenkant een duidelijke groeve zichtbaar, de overige ribben zijn aan de binnenkant als lijntjes zichtbaar |
| Sluitspierindruksels | : | ja 2 |
| Aantal | : | 1 2 |
| Beschrijving | : | zichtbaar vanaf de buitenkant |
| Lichaam | : | ja |
| Mantel | : | ja |
| Kleur | : | bleek oranje |
| Rand | : | met een franje aan lange tentakels, heeft ook oogknopjes (Ocellli) |
| Voet | : | ja |
| Vorm | : | vingervormig en heeft groeven |
| Kleur | : | bleek oranje |
| Habitat | : | Jonge exemplaren kunnen zwemmen als Mantels en ze kunnen zich vast zetten met byssus draden en zo kunnen ze zelfs hele nesten vormen; op modderige bodems; 20-2000 meter diep |
| Verspreiding | : | Langs de gehele Europese kust to aan Guinea, West-Afrika. Van de Noordpool tot de Golf van Mexico. Ook bekend uit de Middellandse zee en Japan. |
| Bronnen | : |