Baardmossel
- Biota - Animalia - Mollusca - Bivalvia - Autobranchia - Pteriomorphia - Mytilida - Mytiloidea - Modiolidae - Modiolinae - Modiolus
| Hoogte | : | 65 mm |
ExoskeletEen versteviging van het lichaam aan de buitenkant en direct zichtbaar | : | ja 1 |
| Schelp | : | ja 1 |
| Vorm | : | druppelvormig 2 |
| Tweekleppig | : | ja 1 |
| GelijkkleppigBij tweekleppigen of de linker- en de rechterklep min of meer gelijk zijn | : | ja 2 |
| Convexiteit | : | redelijk bol |
| SymmetrischLigt de apex in het midden van de schelp | : | nee 2 |
| ApexHet eerst gevormde deel van de schelp (top). | : | Ver naar voren, maar iets van het slot af 2 |
| VoorrandBij tweekleppigen de zijrand waar de sipho's niet uitkomen | : | driehoekig |
| AchterrandBij tweekleppigen de zijde waar de sipho's uitkomen | : | rond |
| Onderrand | : | bijna recht |
| Groeilijnen | : | duidelijk |
| PeriostracumHet periostracum is in het Nederlands bekend als de opperhuid. Het is de buitenste laag van de schelp, opgebouwd uit conchioline vermengd met kalk, en beschermt de schelp tegen de inwerking van (zee)water en zuren. | : | ja 2 |
| Kleur | : | beige, geel |
| Structuur | : | dicht opeen geplaatste lange lamelachtige borstels |
| OstracumHet ostracum is de tweede laag van de schelp. Deze laag, ook wel prismalaag of porseleinlaag genoemd, bestaat uit calciet, of uit calciet en argoniet, wat voornamelijk bestaat uit calciumcarbonaat. Het zijn kleine primatische kristalletjes die loodrecht staan op de buitenste laag en dan prismalaag heet of als gekruiste lamellen en dan porceleinlaag heet. In beide gevallen hebben we het nog steeds over het ostracum. | : | ja 2 |
| Kleur | : | roodbruin tot geelbruin of geelwit |
| Structuur | ||
| ParallelDe structuur parallel aan de groeilijnen | : | fijne lijnen |
| LigamentHet ligament zorgt ervoor dat de kleppen in rust toestand open staan. Door het gebruik van de sluitspieren kan het dier de kleppen sluiten. Het ligament is gemaakt van conchioline. Het ligament kan inwendig en/of uitwendig zijn. Het inwendige deel heet het resilium en is een prop concioline die de kleppen open drukt. Het uitwendige deel heet het tensilium en bestaat uit een band conchioline die de kleppen open trekt. Het tensilium bevindt zich nabij de apex van de schelp. | : | ja 2 |
| TensiliumHet uitwendige ligament dat als een band zichtbaar is en de schelpkleppen open trekt. | : | ja 2 |
| LocatieDrie mogelijkheden
| : | uitwendig, achter de umbones 2 |
| TandenDe tanden zorgen ervoor dat de twee kleppen netjes op elkaar sluiten:
| : | Dysodont 3 |
| Binnenzijde | ||
| Kleur | : | wit met soms wat geelbruine tinten |
| Sluitspierindruksels | : | ja 2 |
| Aantal | : | 2 2 |
| Voorste | : | kleinst, dicht bij de punt 2 |
| Achterste | : | grootst 2 |
| Byssusopening | : | ja 2 |
| Locatie | : | nabij de top 2 |
| Mantellijn | : | ja 2 |
| Beschrijving | : | enkelvoudig 2 |
| Lichaam | : | ja 1 |
| Mantel | : | ja 1 |
| Rand | : | niet gesloten 2 |
| Byssusklier | : | ja 2 |
| Locatie | : | voet 2 |
| Ademhalingsorgaan | : | ja 2 |
| Kieuwen | : | ja 2 |
| Beschrijving | : | twee kieuwbladen aan beide zijde van het lichaam. Onderling zijn de bladen van elke zijde slechts losjes verbonden door verspreide bosjes trilhaar. 2 |
| Habitat | : | laag aan de kust tot ongeveer 100 meter; op ruwe ondergrond |
| Larvale fase | : | Taxodont slot, apex in het midden. 2 |
| Groei | : | Door de snelle ontwikkeling van de achterkant komt de apex steeds verder naar voren te liggen. 2 |
| Foto verantwoording | : | Foto Rien de Ruijter |
| Bronnen | : |