Overzicht | |
Soorten | |
Tijdvak | reeds bekend uit het Tertiair. |
| |
De Schelp | |
Basis vorm | breed-ovaal of ruitvormig |
Semidiameter | zeer bol of tamelijk plat |
Dikte | Dun en breekbaar |
Bovenrand | bij de meeste soorten recht |
Onderrand | brede ronding of bijna recht |
Voorrand | breed afgerond |
Achterrand | spits, meestal een stompe hoek zichtbaar op de plaats waar de bovenrand naar de achterrand afdaalt. |
Umbo | weinig bol |
Apex | voor het midden, voorzien van 8-12 richels, iets golvend nooit knobbelig. |
Periostracum | |
Periostracum kleur | bronsgroen |
Periostracum structuur | vezelig |
Ostracum | |
Ostracum kleur | Groen, bruinachtig of geelgroen, soms aan de achterzijde met onregelmatige, stralende donkergroene strepen. |
Ostracum structuur | parelmoer |
Parallelle sculptuur | onregelmatig concentrisch gestreept volgens de groeilijnen |
Lunula | niet afgegrensd |
Area | niet afgegrensd |
Hypostracum | parelmoer |
Binnenkant kleur | wit, lichtrose of blauwachtig met sterke parelmoerglans. |
Umbonale holte | bij jonge exemplaren weinig, bij oude sterk gewelfd. |
Slot | |
Tensilium plek | van top tot stompe hoek |
Cardinale tanden | nee |
Laterale tanden | nee |
Mantelbocht | nee |
Sluitspieren | |
Voorste sluitspierindruksel | niet krachtig |
Achterste sluitspierindruksel | niet krachtig |
| |
Het Weekdier | |
Radula | |
Spieren | |
Voortplantingsorganen | |
| |
Het leven | |
Habitat | Zoetwater, holarctisch, in stilstaand of zwak stromend water, meestal met zandige of modderige bodem, minder op steenachtige of grintbodem. Leven grotendeels ingegraven, alleen het achtereinde met de ademopening steekt boven de grond uit. |
| |