Overzicht | |
Beschrijving | Mutsvormige schelp met een duidelijk herkenbare tekening. |
Vindplaatsen | Gevonden aan de Noorse zuidkust, vooral nabij Brusand en op de gehele Schotse Noordzee kust. |
De Schelp | |
Hoogte | 10 mm |
Lengte | 30 mm |
Breedte | 24 mm |
Basis vorm | mutsvormig |
Kleur | ondergrond is wittig met onregelmatige bruine vlekken of banden, binnenkant licht met een donkere top en het patroon van de buitenkant op de onderste rand |
Windingen | geen |
Apex | dichter bij de achterkant, buigt iets naar achter |
Protoconch | |
Teleoconch | |
Lichaamswinding | |
Operculum | |
Het Weekdier | |
Huidskleur | wit |
Lichaamsvorm | groot hoofd |
Mantelrand | koperachtig groen met korte tentakels |
Tentakels | lang |
Voet vorm | ovaal, breed |
Ogen | ja, aan de basis van de tentakels |
Radula | |
Spieren | |
Voortplantingsorganen | |
Het leven | |
Voedsel | algen, detritus |
Habitat | sublitoraal, tot 50 meter; op stenen en kleine gladde stenen begroeid met de Ralfsia en Lithothamnion roodwieren |
Verspreiding | Circumpolar; zuidgrens in in de Noordzee van de Schotse kust tot de Duitse Bocht. |
Bronnen | |
Foto verantwoording | Exemplaar uit Noorwegen, nabij Brusand |