Overzicht | |
Beschrijving | Bij de levende slak is de schelp niet zichtbaar. De schelp wordt inwendig gedragen. Daardoor lijkt het Klein glasmuiltje een naaktslak te zijn, maar dat is het dus niet. |
Lijkt op | Groot glasmuiltje |
De Schelp | |
Hoogte | 5 mm |
Breedte | 4 mm |
Dikte | zeer dunschalig |
Basis vorm | vlak |
Kleur | transparant, wit |
Windingen | 2; welke snel groter worden; laatste winding ongeveer even hoog als de schelp |
Suturen | duidelijk |
Protoconch | |
Teleoconch | |
Lichaamswinding | |
Mondopening | naar de rechterkant toe uitgerekt tot een grote ovale opening |
Columella | bijna onzichtbaar; steekt niet voorbij de buitenrand van de mond |
Operculum | |
Operculum aanwezig | nee |
Het Weekdier | |
Lichaam | plat tot schotelvormig; weinig kleine bultjes (wratjes) |
Huidskleur | zandkleurig, geelachtig of creme-wit met meestal kleine zwarte vlekjes die doen denken aan de instroomopeningen van de samengestelde zakpijpen waarop en waarvan ze leven. Ook de grotere uitstroomopeningen worden in kleur soms nagedaan in wit, oker en geel. Kortom de camouflage is aangepast aan de prooi. |
Lichaamslengte | 10 mm |
Lichaamsbreedte | 6 mm |
Mantel | redelijk glad en niet erg gewelfd; volledig over de schelp gegroeid |
Mantelkleur | bruingeel met bruine of zwarte vlekken |
Sipho | aan de voorkant is de mantel opgerold als een sipho, maar deze kan ook weer uitgerold worden |
Tentakels | nee |
Voet kleur | lichter van kleur dan de mantel en kan grijs gespikkeld zijn |
Radula | |
Kieuwen | niet aan de rugkant |
Spieren | |
Voortplantingsorganen | |
Mannelijke geslachtsklieren | externe penis |
Het leven | |
Nestplek | de eieren worden door het vrouwtje gelegd in een holte die zij uitgegeten heeft uit een zakpijp |
Larvale fase | pelagisch; waarschijnlijk langdurig; echinospira-larven; met binnen en buiten schelp |
Voedsel | zakpijpen |
Habitat | onder stenen en in poeltjes of onder de voeten van Laminaria wieren, op of nabij zijn prooi |
Diepte maximaal | 1200 m |
Diepte normaal | vanaf laagste laagwater |
Verspreiding | van IJsland en Noorwegen tot de Middellandse Zee; ook in de Noordzee |