Overzicht | |
Soorten | |
Bijzonderheden | scheiden uit hun hypobranchiale klier een vloeistof af (dibroomindigo), die eerst kleurloos of zwakgeel is, maar in het licht purperrood wordt. Bij sommige grote exotische soorten, die een noemenswaardige hoeveelheid van deze stof produceren, wordt dit purper gewonnen en als verfstof gebruikt. |
De Schelp | |
Dikte | stevig |
Basis vorm | Konisch |
Protoconch | |
Teleoconch | |
Parallelle sculptuur | enige duidelijke, afgeronde ribben |
Haakse sculptuur | talrijke regelmatige spiraalrichels |
Vertikale sculptuur | de richels kunnen duidelijke schub- tot stekelachtig voorkomen hebben |
Lichaamswinding | |
Mondopening | smal ovaal |
Siphokanaal | ja |
Operculum | |
Operculum materiaal | hoornachtig |
Nucleus | excentrisch |
Het Weekdier | |
Ogen | op knobbeltjes aan de buitenzijde, ongeveer op halve hoogte van de tentakels |
Proboscis | ver uitstrekbaar |
Radula | |
Spieren | |
Voortplantingsorganen | |
Het leven | |
Eieren | vaasvormig; afzonderlijk aan hardsubstraat bevestigd |
Voedsel | doorboren de bescherming van hun prooi door eerst met een zure afscheiding van een speciaal orgaan in de voet de bescherming zacht te maken, waarna de zachte plek met de radula wordt afgeschraapt. |
Verspreiding | tropische, subtropische en boreale zeeën |
Bronnen | |
Literatuur |
|