Grofgebribde fuikhoren (Tritia nitida) Is de schelp en de mondopening donker, paarsachtig van kleur; is het eelt dun en transparant; heeft hij 11-19 ribben; is de tophoek ongeveer 49°; is de sutuur duidelijk; is de rand op de buitenlip van de mondopening prominent en breed; zijn de tanden op de buitenlip niet heel duidelijk en ongelijk van vorm, maar zonder een grotere centrale tand? |
|
Gevlochten fuikhoren (Tritia reticulata) Heeft de horen 16-23 dikke, opeengepakte ribben, |
|
Verdikte fuikhoren (Tritia incrassata) Heeft de horen vrij bolle windingen, 10-15 ribben op de lichaamswinding en een bruine tot paars/zwarte vlek onder in het siphokanaal? Soms een enkele verdikte mondrand op oudere delen |
|
Kleine fuikhoren (Tritia varicosa) Heeft de horen vrij vlakke windingen, geen donkere vlek in het siphokanaal? De verdikte oude mondranden kunnen al heel vroeg stadium aanwezig zijn |
|