Hoogte | : | 600 mm |
Worteling | : | ja |
Wortel | ||
Diepte | : | 50 cm |
Wortelstok | : | fors, meestal meerkoppig |
Wortelrozet | : | ja |
Stengel | : | ja |
Beschrijving | : | aan de voet verhout |
Kleur | : | blauwgroen |
Blad | : | ja |
Lengte | : | 10 cm |
Breedte | : | 6 mm |
VormRond, ovaal, langwerpig, lancetvormig, lijnvormig, omgekeerd eirond, spatelvormig, hartvormig, niervormig, handvormig, ruitvormig, eirond en driehoekig | : | lancetvormig |
RandGegolfd, gezaagd, getand, gekarteld, of dubbel gezaagd | : | Gaafrandige kleine plant op droge plekken met een wisselend zoutgehalte. Een grote plant met getande brede bladeren op natte, slikkige plekken. |
OppervlakGlad, behaard | : | glad |
Nerf | : | ja |
Aantal | : | 3-5 |
Schijf | : | vlezig |
StandAfwisselend, tweerijing, kruisgewijs, krans, rozet, langs de stengel | : | 1 of meer bladrozetten |
Bloem | : | ja |
TypeEenslachtig of tweeslachtig | : | Tweeslachtig |
VormAlleenstaand, aar, scherm, hoofdje | : | aar |
Kleur | : | wit |
Aar | : | ja |
Vorm | : | cilindrisch |
Lengte | : | 3-10 cm |
As | : | behaard |
Bloeikolf | ||
Schutblad | : | kaal of heel kort gewimperd |
Stengel | : | rond |
Kelkblad | : | ja |
Beschrijving | : | kelklippen hebben een scherpe kiel |
Kroonblad | : | ja |
Beschrijving | : | 3 mm; witachtige slippen |
VergroeiingNiet, trechtervormig, radvormig, klokvormig, kroesvormig, buisvormig | : | buisvormig; behaard |
Geslachtsorganen | : | ja |
MeeldraadDe meeldraad is het mannelijk geslachtsorgaan van de plant. De meeldraad bestaat uit twee delen, namelijke de helmdraad en de helmknop. De helmknop bestaat uit hokjes (zie je pas als je hem doorsnijdt), dit zijn er meestal 2 die door het helmbindsel zijn verbonden. In zo'n helmhokje wordt het stuifmeel geproduceerd. | ||
Helmknop | : | citroengeel |
Helmhokjes | : | geel |
Vruchtlichaam | : | ja |
Typebes, bottel, steenvrucht, pitvrucht, komkommervrucht, oranjevrucht, samengesteld, kluisvrucht, vijfkluizig, peul, kokkervrucht, hauw, hauwtje, kleppen-doosvrucht, tanden-doosvrucht, spleten-doosvrucht, poriën-doosvrucht, deksel-doosvrucht, noot, nootje, gevleugelde noot, gevleugelde dubbele dopvrucht, tweedelige splitvrucht, gevleugelde tweedelige splitvrucht, driedelige splitvrucht, vierdelige splitvrucht, vijfdelige splitvrucht, veeldelige splitvrucht, graanvruchten, overige doosvruchten, sporen | : | doosvrucht |
Vorm | : | eivormig |
Zaad | : | ja |
Aantal | : | 2 |
Levensduur | : | ≤1 jaar |
Groeivorm | : | Hemikryptofyt |
Habitat | ||
Vindplaatsen | : | schorren; kwelders; strandvlaktes achter de zeereep; zeedijken |
Verspreiding | : | Eurazië en door menselijk toe doen nu ook in Noord-Amerika |
Bloeiperiode | : | mei-september |
Kieming | : | heeft zoetwater nodig om te kiemen |
Levensverwachting | : | overblijvend |
Websites | : | |
Foto verantwoording | : | 042: © Theo Kiewiet |