Osmose is het vermengen van twee vloeistoffen door een poreuze wand heen. De poreuze wand is de lichaamswand van plant of dier en de vloeistoffen zijn de lichaamsvloeistoffen en de vloeistof waarin het lichaam leeft. Voor het zoutgehalte waarin bijvoorbeeld een vis zwemt betekent dit dat als het water zouter is dan de vis dat er water ontrokken wordt aan de vis. De natuur wil proberen om een evenwicht te vinden tussen binnen en buiten. De vis droogt dus uit, ondanks dat hij in water zwemt. Het omgekeerde gebeurt ook, een vis die uit zee de rivier op zwemt zal water opnemen omdat zijn lichaamsvloeistof zouter is dan het omliggende water. Het trekt dus water aan. Zalm, paling, bot en steur zijn voorbeelden van vissen die kunnen migreren tussen zoet en zout en instaat zijn om hun lichaam aan te passen aan de veranderde saliniteit.
Saliniteit (‰) is gedefinieerd als het gewicht in grammen van de opgeloste anorganische zouten in 1 kg zeewater nadat alle bromide en chloride ionen zijn vervangen door het equivalent van chloride ionen en alle bicarbonaat en carbonaat ionen omgezet zijn naar de oxide vorm (Stumm en Morgan, Aquatic Chemistry). Dit is een mond vol en ook geen gemakkelijke opgave als je even wil kijken hoe zout het water is. Wetenschappers zijn dan ook opzoek gegaan naar makkelijkere manieren om te meten hoe zout het water is. In plaats van alle opgeloste anorganische zouten te nemen zouden we natuurlijk kunnen testen op maar 1 van die zouten, bijvoorbeeld Chloor (Cl). We spreken dan ook van het chloride gehalte van zeewater. Een andere test is door gebruik te maken van het soortelijk gewicht van het water ten opzichte van gedestileerd water. En een laatste mogelijkheid die we hier willen behandelen is de geleidbaarheid, als er meer zouten in het water zijn opgelost geleidt het water electriciteit beter.
Als we een gemiddelde kilogram oceaanwater analyseren dan vinden we daarin:
Element | gram |
---|---|
Cl- | 19,354 |
Na+ | 10,77 |
SO42- | 2,712 |
Mg2+ | 1,29 |
Ca2+ | 0,4121 |
K+ | 0,399 |
HCO3- | 0,1424 |
Br- | 0,0673 |
Sr2+ | 0,0079 |
B | 0,0045 |
F- | 0,0013 |
Tellen we alles bij elkaar op dan komen we op 35 gram zouten per kilo zeewater, dus 35‰ saliniteit. Tevens zien we dat dit overeenkomt 19354 mg chloride per kg zoutwater.
Om het soortelijk gewicht te vergelijken met gedestileerd water (1 liter = 1,000 kg) wegen we een liter zeewater en komen dan op 1,025 kg, hieruit blijkt al meteen dat het meten van het zout gehalte in water door gebruik te maken van het soortelijk gewicht een redelijk onnauwkeurige bezigheid is. Het bepalen van het zout gehalte van een aquarium thuis met een nauwkeurige moderne digitale huishoudweegschaal zal misschien gaan, maar op zee met golfslag is het onmogelijk.
Alle water soorten, zowel zoet als zout, bevatten zout. Het hangt van het promillage af of we het zoet, zout of brak noemen:
Naam | Zout gehalte |
Zoet | < 0,18‰ |
Oligohalien | 0,18-1,8‰ |
Brak | α-mesohalien: 1,8-10‰ β-mesohalien: 10-18‰ |
Polyhalien | 18-30,63‰ |
Zout | > 30,63‰ |
Bronnen: