SynoniemenAndere namen die je in de literatuur tegen kan komen | : | Cancer navigator, Liocarcinus arcuatus, Macropipus arcuatus, Portunus arcuatus |
Lichaam | : | ja 1 |
CarapaxHet schild dat ligt over de borst (thorax) en de kop aan de rug (dorsale) zijde. In de Nederlandstalige literatuur kom je ook wel de term kopborststuk tegen | : | ja 2 |
Vorm | : | ovaal-driehoekig |
Breedte | ||
Man | : | 46 mm |
Vrouw | : | 38 mm |
Lengte | : | 30 |
Kleur | : | donkergroen tot donkerbruin |
Zijtanden | : | 5; 4de is de kleinste |
KopHet deel van het dier dat het voedselinname-orgaan bevat. Daarnaast zijn er ook vaak zintuigen aanwezig voor zien, proeven, ruiken en voelen. De voorvoegsels cephal- en cephalo- betekenen hoofd van het Grieks kef&aecute;li. | : | ja 2 |
Segment 1 | : | ja |
RostrumUitstekende punt van het carapax tussen de ogen | : | glad; met een rij setae (haren), waar hij zijn Nederlandse naam aan ontleent |
Segment 2 | : | ja 2 |
Segment 3 | : | ja 2 |
Antenna | : | ja 2 |
Basis | : | ligt in de opening van de onderrand van de oogkas en sluit deze af 2 |
ThoraxBorst | : | ja 2 |
Segment 1 | : | ja 3 |
Maxillipede 1Een thoracopod die omgevormd is tot een kaakpoot | : | ja 3 |
Segment 2 | : | ja 3 |
Segment 3 | : | ja 3 |
Segment 4 | : | ja |
Pereiopode 1 De 1ste pereiopoden (looppoten). De pereiopoden zijn die ledematen waarmee het dier daadwekelijk loopt op de bodem. Wordt ook wel een gnathopode genoemd (Amphipoden). Bij de krabben (Brachyura) zijn dit de schaarpoten. | : | ja 2 |
Kieuw | : | meer dan 1 overlangse rij 3 |
PropodusKan uitgegroeid zijn en samen met de Dactylus een schaar vormen | : | vergroeid tot schaar; links en rechts niet gelijk; vrij glad; snijvlakken onregelmatig getand |
Segment 5 | : | ja |
Pereiopode 2 | : | ja 2 |
Beschrijving | : | alle looppoten zijn langs de rand behaard; en zijn lichter van kleur dan de carapax |
Kieuw | : | meer dan 1 overlangse rij 3 |
Dactylus | : | lang en small 2 |
Segment 6 | : | ja 2 |
Pereiopode 3 | : | ja 2 |
Kieuw | : | meer dan 1 overlangse rij 3 |
Dactylus | : | lang en small 2 |
Segment 7 | : | ja 2 |
Pereiopode 4 | : | ja 2 |
Kieuw | : | meer dan 1 overlangse rij 3 |
Dactylus | : | lang en small 2 |
Segment 8 | : | ja |
Pereiopode 5 | : | ja 2 |
Kieuw | : | meer dan 1 overlangse rij 3 |
Dactylus | : | afgeplat |
Abdomen | : | ja 2 |
Beschrijving | : | vrouwtje 7-ledig, bij het mannetje zijn het derde tot vijfde segment met elkaar vergroeid 2 |
Vorm | : | vrouwtje breedovaal langs de randen behaard, mannetje smal-driehoekig en kaal 2 |
Segment 6 | : | ja 3 |
Telson | : | 1 3 |
Sensoren | : | ja |
Licht | : | ja |
Ogen | : | ja |
Cornea | : | breder dan de oogsteel 2 |
Aantal | : | 2 4 |
Samengesteld | : | ja 4 |
Oogsteel | : | ja 2 |
Beschrijving | : | kort 2 |
Kas | : | met twee naadjes (fissuren) |
ExoskeletEen versteviging van het lichaam aan de buitenkant en direct zichtbaar | : | ja 1 |
Materiaal | : | chitine, amorf calciumcarbonaat, calciet 1 |
Ademhaling | : | Krabben halen adem met kieuwen. Deze zitten in het rugschild aan de achterzijde, en functioneren zolang ze nat blijven. Een krab moet dus regelmatig met water in aanraking komen om niet te stikken. 4 |
Voedsel | : | voornamelijk algen en zeegras, maar ook kleine kreeftachtigen, schelpdieren en borstelwormen |
Eetgewoonte | : | Krabben met verschillende scharen houden met hun grote schaar de prooi vast en trekken daar met de kleine schaar stukjes van af. Bij de mond zitten 6 "pootjes" (de mandibels, maxillen en maxillipedes), die het eten verder verkleinen en in de mond stoppen. 4 |
Habitat | : | slibbige tot stenige bodems; getijdenzone tot 100 meter diep; nachtactief; |
Verspreiding | : | Oost-Atlantische Oceaan, van midden-Noorwegen tot en met Mauritanië; Middelandse-Zee; niet in de Oostzee |
Voortbeweging | : | krabben bewegen zich zijwaarts voort. 4 |
Draagtijd | : | vrouwtjes dragen eieren van april tot september |
Larvale fase | : | voorjaar tot augustus |
Literatuur | : |
|
Bronnen | : |