Kleur | : | bruin met zwart, geel en blauw; toppen van de scharen en de gewrichten blauw tot paars; rugschil roodbruin; lijsten van de poten roodachtig |
Lichaam | : | ja 1 |
CarapaxHet schild dat ligt over de borst (thorax) en de kop aan de rug (dorsale) zijde. In de Nederlandstalige literatuur kom je ook wel de term kopborststuk tegen | : | ja 2 |
Vorm | : | breder dan lang 2 |
Breedte | : | 105 mm |
Zijtanden | : | 5; afgeplat; ongeveer even groot; wijzen naar voren wijzen 2 |
KopHet deel van het dier dat het voedselinname-orgaan bevat. Daarnaast zijn er ook vaak zintuigen aanwezig voor zien, proeven, ruiken en voelen. De voorvoegsels cephal- en cephalo- betekenen hoofd van het Grieks kef&aecute;li. | : | ja 2 |
Segment 1 | : | ja 2 |
Segment 2 | : | ja 2 |
Segment 3 | : | ja 2 |
Antenna | : | ja 2 |
Basis | : | ligt in de opening van de onderrand van de oogkas en sluit deze af 2 |
ThoraxBorst | : | ja 2 |
Segment 1 | : | ja 3 |
Maxillipede 1Een thoracopod die omgevormd is tot een kaakpoot | : | ja 3 |
Segment 2 | : | ja 3 |
Segment 3 | : | ja 3 |
Segment 4 | : | ja 2 |
Pereiopode 1 De 1ste pereiopoden (looppoten). De pereiopoden zijn die ledematen waarmee het dier daadwekelijk loopt op de bodem. Wordt ook wel een gnathopode genoemd (Amphipoden). Bij de krabben (Brachyura) zijn dit de schaarpoten. | : | ja 2 |
Kieuw | : | meer dan 1 overlangse rij 3 |
PropodusKan uitgegroeid zijn en samen met de Dactylus een schaar vormen | : | Vergroeid tot scharen; rechts meestal groter dan links; binnenzijde met een antal lijsten 2 |
Segment 5 | : | ja 2 |
Pereiopode 2 | : | ja 2 |
Kieuw | : | meer dan 1 overlangse rij 3 |
Dactylus | : | lang en small 2 |
Segment 6 | : | ja 2 |
Pereiopode 3 | : | ja 2 |
Kieuw | : | meer dan 1 overlangse rij 3 |
Dactylus | : | lang en small 2 |
Segment 7 | : | ja 2 |
Pereiopode 4 | : | ja 2 |
Kieuw | : | meer dan 1 overlangse rij 3 |
Dactylus | : | lang en small 2 |
Segment 8 | : | ja 2 |
Pereiopode 5 | : | ja 2 |
Kieuw | : | meer dan 1 overlangse rij 3 |
Dactylus | : | afgeplat; bladvormig 2 |
Abdomen | : | ja 2 |
Beschrijving | : | vrouwtje 7-ledig, bij het mannetje zijn het derde tot vijfde segment met elkaar vergroeid 2 |
Vorm | : | vrouwtje breedovaal langs de randen behaard, mannetje smal-driehoekig en kaal 2 |
Segment 6 | : | ja 3 |
Telson | : | 1 3 |
Sensoren | : | ja 2 |
Licht | : | ja 2 |
Ogen | : | ja 2 |
Cornea | : | breder dan de oogsteel 2 |
Aantal | : | 2 4 |
Samengesteld | : | ja 4 |
Oogsteel | : | ja 2 |
Beschrijving | : | kort 2 |
Kas | : | de rugkant van de oogkas heeft twee plooien, de voorrand één 2 |
ExoskeletEen versteviging van het lichaam aan de buitenkant en direct zichtbaar | : | ja 1 |
Materiaal | : | chitine, amorf calciumcarbonaat, calciet 1 |
Ademhaling | : | Krabben halen adem met kieuwen. Deze zitten in het rugschild aan de achterzijde, en functioneren zolang ze nat blijven. Een krab moet dus regelmatig met water in aanraking komen om niet te stikken. 4 |
Voedsel | : | 4 |
Eetgewoonte | : | Krabben met verschillende scharen houden met hun grote schaar de prooi vast en trekken daar met de kleine schaar stukjes van af. Bij de mond zitten 6 "pootjes" (de mandibels, maxillen en maxillipedes), die het eten verder verkleinen en in de mond stoppen. 4 |
Habitat | : | zeldzaam aan de kust, vrij algemeen in open zee; voorkeur voor rotsachtig substraat; in de winter trekken ze naar dieper water |
Verspreiding | : | Oostatlantische oceaan, van Noorwegen to Spaanse Sahara en het westelijke deel van de Middelandse Zee |
Voortbeweging | : | krabben bewegen zich zijwaarts voort. 4 |
Larvale fase | : | ja; zoea-stadia, megalopa-stadium 4 |
Websites | : | |
Literatuur | : |
|
Bronnen | : |