De eieren bestaan uit een doos met daaraan 4 horens. De kant waar de vis het ei verlaat of verlaten heeft heet de proximale kant, die heeft dan ook de proximale horens. De andere, de gesloten kant, heet de distale kant en kent dus de distale horens. Tussen deze proximale horens kan zich een proximaal veld bevinden en tussen de distale horens een distaal veld. Tenslotte kan over de lengte richting langs de doos een zoom zitten.