Overzicht | |
Beschrijving | Bij de kop zitten drie paar sterk vertakte kieuwen en een aantal lange tentakels. In de gootjes die de franje aan de opening van de koker vormen liggen de tentakels, waarmee het dier zijn voedsel vangt. |
Determinatie | Kan makkelijk verward worden met de Owenia fusiformis, van deze is hij te onderscheiden omdat bij O. fusiformis de schelpfragmenten regelmatiger zijn geordend en anders zijn georiënteerd |
| |
Wormen | |
Lengte | 300 mm |
Breedte | 5 mm |
Koker vorm | buisvormig |
Koker materiaal | aan elkaar gekitte stukjes schelp en zand |
Oppervlak | Enkele segmenten met borstels |
Kop | |
Lichaam | |
Segmenten | tot 300 |
Voedsel opname en verwerking | |
| |
Het leven | |
Voedsel | eencelligen, algen, detritus |
Vijand | vissen |
Habitat | In zand- en kleibodems in een zelfgebouwde koker die gebouwd is van grof zand en stukjes schelp. De koker steekt tot ongeveer 5 cm boven de bodem uit. Vaak in grote groepen dicht bijeen, soms wel 3000 dieren per m2, hierdoor vangen ze zand en ander klein materiaal in en vormen zo soms banken |
Verspreiding | Noordoostelijke Atlantische Oceaan; van de poolzee tot in de Middellandse Zee, de Arabische Golf, de Grote Oceaan |
| |