Lichaam | : | ja1 |
Symmetrie | : | zesstralig radiair symmetrisch1 |
Zuil | : | twee tot drie maal zo lang als breed, glad2 |
Hoogte | : | 200 mm; ≤500 mm2 3 |
Kleur | : | meest voorkomend: wit, oranje en bruin; egaal2 |
Mondschijf | : | ja |
Diameter | : | breder dan de zuil |
Tekening | : | geen2 |
Vorm | : | met 5 of 6 lobben of vertakkingen die vaak naar omlaag gebogen zijn2 3 |
Tentakels | : | ja |
Aantal | : | veel2 |
Kleur | : | meestal lichter dan de zuil2 |
Lengte | : | kort2 |
Lokatie | : | Ze staan op de lobben of vertakkingen2 |
Voet | : | ja |
Diameter | : | breder dan de zuil2 |
Kolonie | : | ja |
Dichtheid | : | ≤500 ex./m2 3 |
Habitat | : | Een van de meest algemene soorten. Vanaf de laagwaterlijn, zelden op droogvallende delen, tot 100 meter dierp. Zelden in modderige omgevingen. Op hard substraat; steen, hout, veen. Karakteristiek op scheepswrakken.2 3 |
Saleniteit | : | ≥10 ‰2 |
Verspreiding | : | Grote delen van het noordelijk halfrond, in Europa zuidelijk tot West-Bretagne. |
Bevruchting | : | ongeslachtelijk, door deling in de lengte, danwel door afsnoering van stukjes zuil3 |
Bronnen | : | - https://strandvondsten.nl/bloemdieren/Hexacorallia
- Ates, Ron (1997). Bloemdieren. De zeeanemonen en hun verwanten van de Nederlandse kust. Zeeanjer.
- Leewis, Rob (2008). Veldgids Flora en fauna van de zee. KNNV.
|