Kolonie vormende bloemdieren waarvan de poliepen 8 tentakels hebben.


Hoogte | : | 200 mm |
Kleur | : | wit en oranje/geel, poliepen doorzichtig wit 1 |
Lichaam | : | ja 2 |
Symmetrie | : | achtstralig radiair symmetrisch 2 |
Tentakels | : | ja |
Aantal | : | 8 3 |
Voedsel | : | kleine plankton diertjes |
Kolonie | : | ja |
Bouw | : | Kolonies bestaan uit dikke onregelmatige vlezige lobben, die wel wat op vingers lijken. 1 3 |
Habitat | : | Op hard substraat, waar hoge stroomsnelheden voorkomen. Onder de gemiddelde laagwaterlijn, alleen bij springtij droogvallend. Tot 50 meter diep. Tamelijk algemeen op de vooral wat noordelijker gelegen wrakken. 1 3 |
Verspreiding | : | Van IJsland tot Portugal. 1 |
Voortplanting | : | geslachtelijk en ongeslachtelijk (knopvorming of deling) 4 |
Bevruchting | : | In de winter worden geslachtscellen in het water losgelaten. Na de bevruchting ontstaat een vrij zwemmend planula-larve. Die zet zich vast en groeit uit tot een nieuwe kolonie. 3 |
Groei | : | jonge kolonies vormen een simpele korst van 5 tot 10 mm dik. 1 |
Literatuur | : | |
Foto verantwoording | : | - © Dennis Leeuw
- © 2014 Dennis Leeuw; lokatie: Helgoland - Zeeaquarium
|
Bronnen | : | - Ates, Ron (1997). Bloemdieren. De zeeanemonen en hun verwanten van de Nederlandse kust. Zeeanjer.
- https://strandvondsten.nl/bloemdieren/Octocorallia
- Leewis, Rob (2008). Veldgids Flora en fauna van de zee. KNNV.
- https://strandvondsten.nl/Cnidaria
|