EtymologieHerkomst van de naam | : | genoemd naar Nemertes, een zeenymf en dochter van Nereus en Doris |
Lichaam | : | ja |
Vorm | : | langwerpig; cilindrisch of afgeplat; kunnen zich sterk samentrekken |
Structuur | : | zachte, gladde, slijmerige dieren |
Trilharen | : | over het gehele lichaam |
KopHet deel van het dier dat het voedselinname-orgaan bevat. Daarnaast zijn er ook vaak zintuigen aanwezig voor zien, proeven, ruiken en voelen. De voorvoegsels cephal- en cephalo- betekenen hoofd van het Grieks kef&aecute;li. | : | ja |
Proboscisslurf; een lange holle buis op de kop die gebruikt wordt voor prikken of het opzuigen van voeding | : | ja |
Beschrijving | : | ligt aan de rugzijde, apart van de darmwand; bevat soms een gifstekel; kan ook gebruikt worden om de prooi te wurgen |
Darmkanaal | : | rechtdoor tot aan de anus |
Voedsel | : | wordt in zijn geheel verzwolgen |
Eetgewoonte | : | rovers |
Geslacht | : | gescheiden |
PilidiumLarve van de Nemertea | : | ja |
Beschrijving | : | larve leeft 2-4 weken in het plankton |
Regeneratie | : | ja |
Beschrijving | : | Ze hebben een groot regeneratie vermogen en bij verstoring breken ze makkelijk in fragmenten. De verschillende fragmenten kunnen opnieuw uitgroeien tot volwaardige snoerwormen. |
Websites | : |