home | nieuwsblad | informatie
Macoma balthica Linnaeus, 1758
NL Nonnetje
×
nonnetje-lg.png
nonnetje
×
nonnetje_binnen-lg.png
nonnetje binnen
×
nonnetje1-lg.png
nonnetje1
×
nonnetje2-lg.png
nonnetje2
×
nonnetje3-lg.png
nonnetje3
×
nonnetje4-lg.png
nonnetje4
×
nonnetje5-lg.png
nonnetje5
×
nonnetje6-lg.png
nonnetje6
×
nonnetje_siphon-lg.png
nonnetje siphon
 Overzicht 
 Tijdvakvanaf het Pleistoceen
 BijzonderhedenDe kleur van het nonnetje wordt bepaald door de erfelijkheid. De kleur roze is hierbij dominant, gevolgd door oranje, geel en wit als meerst repressieve kleur. Twee witte nonnetjes krijgen dus alleen witte nakomelingen, twee roze ouders kunnen elk van de kleuren nakomelingen krijgen. (Pieternella Lutikhuizen en Jan Drent (NIOZ, 2008))
   
 De Schelp 
 Basis vormei-vormig
    Hoogte35 mm
    Lengte30 mm
    Semidiameter15
    Diktestevig, ondoorschijnend
    Convexiteitbol
    Voorrandrond
    Achterranddriehoekig
    Commissuurvlak
    Gelijkzijdignee
    Gelijkkleppigja
 Umboopisthogyr
    Apexiets achter het midden
 Periostracum
    Periostracum kleurgeelachtig-groen
 Ostracum
    Ostracum kleurDe verse kleppen zijn rose, oranje, geel of wit. Ze zijn effen en hebben brede kleur banden. De top is vaak dieper gekleurd.
    Parallelle sculptuurfijne lijntjes, afgewisseld met enkele groeilijnen
    Kielzwak, van apex naar spitse achterkant
    Binnenkant kleurwit of in de genoemde kleuren
    Binnenkant structuurzacht glanzend
    Umbonale holtebol
 Slot
    Ligamentuitwendig
    Tensilium vormstevig
    Tensilium plekopisthodeet
    Slotplaatsmal
    Slot-typeheterodont
    Cardinale tanden2
       Voorste cardinale tandenL: 1, voorste is gegroefd
       Achterste cardinale tandenR: 1, achterste is gegroefd
    Laterale tanden0
    Mantelbochtreikt tot driekwart van de schelp, basale been valt samen met de mantellijn, links en rechts niet gelijk
 Sluitspieren
    Sluitspierindruksels2
       Voorste sluitspierindruksellangwerpig
       Achterste sluitspierindrukselrond tot driehoekig
   
 Het Weekdier 
    Siphonenmeestal niet gelijk van lengte, de grootste kan de instroom of de uistroom opening zijn. De instroomopening tast de bodem af opzoek naar voedsel
    Voet vormgroot
 Byssusnee
 Radula
 Spieren
 Voortplantingsorganen
   
 Het leven 
 Bevruchtingapril, mei, vrij in zee
 Larvale faseBeestje is relatief groot, met een korrelig schelpje, ogen en larvale slottanden komen niet voor. Definitieve slottanden worden in het oudere larvestadium aangelegd.
 Juveniele fasena 3 weken hebben zich een klein schelpje en de voet ontwikkeld
 Geslachtsrijpna 2 jaar
 Levensverwachting18 jaar
 Voedseldetritus
 Vijandvissen, meeuwen, roofslakken
 HabitatIn ondiep water, meestal niet dieper dan 3 meter, in de Oostzee tot 50 meter. In slikbodems. Vooral slikgronden van Wadden en Zeeland. Oudere exemplaren zoeken dieper water op.
    SaleniteitDikwijls in laag zoutgehalte: 4,3 tot 2‰ Cl per Liter in de Finse Golf deze brakwater vorm die ook voorkomt in de Oostzee en Bothnische Golf is kleiner, platter en dunner dan de schelp uit de volle zee.
 VerspreidingBeide zeiden van de Noord-Atlantische Oceaan, aan de Europese kusten van de Witte Zee tot Madeira, aan de Amerikaanse kant van ZW-Groenland tot Georgië. In de Oostzee tot ver in de Bothnische Golf bij circa 64° NBr. Ook in de Middellandse Zee en Zwarte Zee. Niet bij IJsland en de Far Oer. Ook in de Bering Zee, bij Noord Japan en Californië.
   
 Bronnen 
 Literatuur
  1. Fauna van Nederland Mollusca (I) C. Lamellibranchia - Benthem Jutting, Tera van ; XII ; A.W. Sijthoff's Uitgeversmaatschappij N.V. , 1943

 Websites
  1. www.researchgate.net

  2. www.kennislink.nl

 
2006 - 2024 strandvondsten.nl / Commentaar, aanvullingen en suggesties: info@strandvondsten.nl