home | nieuwsblad | informatie
Phaxas pellucidus (Pennant, 1777)
NL Sabelschede
Vrij klein en zeer breekbaar
×
333923554 0
333923554 0
×
333923554 1
333923554 1
ExoskeletEen versteviging van het lichaam aan de buitenkant en direct zichtbaar
:ja 1
Schelp:ja 1
   Tweekleppig:ja 1
   
GelijkkleppigBij tweekleppigen of de linker- en de rechterklep min of meer gelijk zijn
:ja 2
   
HoogteDe maat van top tot onderrand
:10 mm
   
BreedteDe maat van voorrand tot achterrand voor tweekleppigen; voor slakkenhuizen de grootste breedte van een binding, ookwel doorsnede
:41 mm
   
DikteDikte van het schelp materiaal
:teer, glasachtig doorschijnend 3
   
SemidiameterCommissuurvlak tot grootste bolling
:3 mm
   
ApexHet eerst gevormde deel van de schelp (top).
:ver vooraan, op ongeveer 1/7 van de totale lengte van de de voorrand, niet uitstekend 3
   Bovenrand:recht of zwak concaaf 3
   
VoorrandBij tweekleppigen de zijrand waar de sipho's niet uitkomen
:gapend; afgerond 3 4
   
AchterrandBij tweekleppigen de zijde waar de sipho's uitkomen
:gapend; vaak niet duidelijk afgeknot 3 4
   Onderrand:zwak convex 3
   Periostracum:ja
      Kleur:geelgroen 3
      Structuur:glanzend 3
   Ostracum:ja
      Kleur:wit, soms iets geelachtig of paarachtig 3
      Structuur 
         
ParallelDe structuur parallel aan de groeilijnen
:fijne groeilijnen, zonder knik zoals bij de Ensis- en Solen-soorten 3
         
HaaksDe structuur haaks op de groeilijnen
:enkele fijne, stralende strepen van de apex naar de schelprand 3
   
TandenDe tanden zorgen ervoor dat de twee kleppen netjes op elkaar sluiten:
Anodont
Zonder tanden
Dysodont/Desmodont
Kleine, zwakke tanden nabij de top. Of: tanden in de vorm van een aantal knobbeltjes
Taxodont
Een groot aantal gelijkvormige tanden die recht, waaiervormig of chevronvormig (V-vormig) onder de top staan.
Heterdont
2-3 cardinale tanden direct onder de top en enkele laterale tanden langs de voor- en achterrand.
Isodont
Zeer grote tanden aan beide kanten van de resiliumgroeve. Of: enkele symmetrische gerangschikte tanden
Schizodont
Zeer grote tanden met parallele groeven evenwijdig met de as van de tand.
Pachydont
Grote, zware, lompe tanden. De vertanding komt alleen voor in "rudists"
:Heterodont 2
      
CardinaalDe cardinale tanden liggen direct onder de top en zijn vaak wat kort en stomp.
:ja 2
         Aantal:2 3
         Beschrijving:vaak met gevorkte uiteinden 3
      
LateraalDe laterale tanden liggen wat verder verwijderd vanaf de top en zijn vaak wat langer gerekt.
:ja 2
         Rechts voor:ja
            Beschrijving:bijna parallel aan de dorsale schelpzijde achterwaarts gericht 3
   
HypostracumDe binnenste van de drie lagen (niet altijd aanwezig) ook wel parelmoerlaag genoemd. Deze laag is opgebouwd uit koolzure kalk die is afgezet in zeer dunne bladvormige kristallen. Wordt gemaakt door de gehele mantel.
:nee 2
   Binnenzijde 
      Kleur:glasachtig, weinig verkalkt 3
      Structuur:iriseerend, voor het voorste spierindruksel loopt een lijstvormige richel, welke breeder en vlakker wordt van de umbonale welving naar de omtrek toe. 3
   Sluitspierindruksels:ja
      Aantal:2 3
      Voorste:ja
         Locatie:Raakt de mantelbocht
      Achterste:ja
         Locatie:Ligt voor het grootste gedeelte achter de top
   Mantellijn:ja
      Mantelbocht:ja 3 4
         Beschrijving:diep, raakt het achterste sluitspierindruksel en reikt tot voorbij dit spierindruksel
Lichaam:ja 1
   Mantel:ja 1
Ademhalingsorgaan:ja 2
   Kieuwen:ja 2
      
Type
Potobranchia
Een paar pluimachtige kieuwen of ctenidia met twee rijen platte filamenten op elke kieuw
Filibranchia
Lange dunne filamenten die op hun plek gehouden worden door aan elkaar verbonden cilia
Eulamellibrancia
De lamellae zijn verbonden door tissue, de filamenten zijn stevig verbonden door vasculaire verbindingen. De hele kieuw heeft iets weg van een geperforeerd blad.
Septibranchia
Dit zijn gedegenereerde kieuwen. De filamenten zijn sterk gereduceerd. De kieuwen zijn vervormd tot geperforeerde spier delen tussen de twee palliale kamers.
:Lamellibranch 2
Voedsel:plankton 5
Habitat:in slik of slik met zand 3
   Diepte:meestal m; 7-50 m 3
   Saleniteit:≥20 ‰ Cl 3
   Vindplaatsen:in fijn gruis; zeldzaam 3 4
   Verspreiding:Westkust van Europa, van de Lofoten tot aan en in de Middellandse Zee. In de Noordzee zeer algemeen. Ook in de Oostzee tot bij Kiel. 3
Tijdvak:vanaf Eem 3
Voortbeweging:Kan zich snel ingraven door de spitse punt ver uit te strekken. Daarna verbreed de voet zich naar beide zijden en kan het dier zichzelf naar beneden trekken. 3
Literatuur:
Bronnen:
  1. https://strandvondsten.nl/Bivalvia
  2. https://strandvondsten.nl/tweekleppigen/Heteroconchia
  3. Benthem Jutting, Tera van (1943). Fauna van Nederland. Mollusca (I) C. Lamellibranchia. A.W. Sijthoff's Uitgeversmaatschappij N.V..
  4. Moerdijk, Peter W. (2000). Zwaardscheden en mesheften (nr.29). SWG / KNNV / NJN / JNM.
  5. https://strandvondsten.nl/tweekleppigen/Solenoidea
© 2006 - 2025 strandvondsten.nl / Powered by huwatoco.nl / info@huwatoco.nl