Lengte | : | 20 mm |
ExoskeletEen versteviging van het lichaam aan de buitenkant en direct zichtbaar | : | ja 1 |
Schelp | : | ja 1 |
Vorm | : | ovaal |
Tweekleppig | : | ja 1 |
UmboDe top en het gewelfde deel van de schelp die daarop volgt bij tweekleppigen. | : | ver naar voren |
Onderrand | : | gebogen |
Periostracum | : | ja |
Kleur | : | lichtbruin tot geelbruin |
Structuur | : | achterste deel is bezet met korte, gladde stekels |
Ostracum | : | ja |
Kleur | : | lichtgeel tot lichtpaars |
Structuur | : | fijne concentrische lijnen |
dt>alivinculair | : | riostracum 2 |
SlotplaatDe plek waar de tanden van de schelp op staan | : | nabij het slot zit een ovaal uitsteeksel dicht bij de top met een serie dwars strepen. |
TandenDe tanden zorgen ervoor dat de twee kleppen netjes op elkaar sluiten:
| : | Dysodont 3 |
Binnenzijde | ||
Kleur | : | blauwachtig tot lichtpaars |
Lichaam | : | ja 1 |
Mantel | : | ja 1 |
Habitat | ||
Vindplaatsen | : | sublitoraal op rotsige kusten, in Nederland slechts zeer zeldzaam voor op drijvende voorwerpen. |
Verspreiding | : | Van noord Noorwegen tot de de Middelandse zee en noordwest Afrika. Niet in de zuidelijke Noordzee. |
Bronnen | : |