Lengte | : | 13 mm |
Hoogte | : | 10 mm |
ExoskeletEen versteviging van het lichaam aan de buitenkant en direct zichtbaar | : | ja 1 |
Schelp | : | ja 1 |
Vorm | : | tweekleppig; ovaal-driehoekig |
Tweekleppig | : | ja 1 |
GelijkkleppigBij tweekleppigen of de linker- en de rechterklep min of meer gelijk zijn | : | ja 2 |
DikteDikte van het schelp materiaal | : | dun |
Convexiteit | : | bol (C:L=1:4) |
SymmetrischLigt de apex in het midden van de schelp | : | nee 2 |
ApexHet eerst gevormde deel van de schelp (top). | : | op ongeveer 1/5 van de voorkant |
UmboDe top en het gewelfde deel van de schelp die daarop volgt bij tweekleppigen. | : | iets bol |
Groeilijnen | : | enkele |
Periostracum | : | ja |
Kleur | : | grijs groen, groen tot donker groen, olijfkleurig |
Structuur | : | glanzend |
Ostracum | : | ja |
Kleur | : | wit tot blauwgrijs |
Structuur | : | iets parelmoerachtig |
ParallelDe structuur parallel aan de groeilijnen | : | dicht op elkaar geplaatste fijne lijntjes |
LunulaBij tweekleppigen een veldje voor de umbo dat min of meer duidelijk begrensd is. Ook bekend als maantje. | : | lang, zonder duidelijk rand, duidelijk verhoogd |
AreaEscutcheon of rugveld; Een min of meer duidelijk begrensd langwerpig veld achter de umbonen bij een deel van de tweekleppigen, naast en achter het uitwendig ligament. In het algemeen is het afwijkend van sculptuur van de rest van de schelp. | : | langwerpig hartvormig, met zwakke randen |
SlotplaatDe plek waar de tanden van de schelp op staan | : | breed en continu |
LigamentHet ligament zorgt ervoor dat de kleppen in rust toestand open staan. Door het gebruik van de sluitspieren kan het dier de kleppen sluiten. Het ligament is gemaakt van conchioline. Het ligament kan inwendig en/of uitwendig zijn. Het inwendige deel heet het resilium en is een prop concioline die de kleppen open drukt. Het uitwendige deel heet het tensilium en bestaat uit een band conchioline die de kleppen open trekt. Het tensilium bevindt zich nabij de apex van de schelp. | : | ja 2 |
TensiliumHet uitwendige ligament dat als een band zichtbaar is en de schelpkleppen open trekt. | : | ja |
LocatieDrie mogelijkheden
| : | opisthodeet |
dt>alivinculair | : | riostracum 3 |
Beschrijving | : | dun, nauwelijks waarneembaar |
ResiliumHet inwendige ligament dat als een prop bij de umbo zit en de schelpkleppen open drukt. | : | ja 2 |
Vorm | : | lang, driehoekig |
Locatie | : | in een klein kuiltje tussen de tanden 2 |
ResiliumveldEen meestal driehoekig veldje onder de top waarop het resilium zit of zat. Sommige schelpen hebben ook lepelachtige structuur die we een chondrofoor noemen. | : | goed ontwikkeld |
TandenHet soort tanden van de schelp taxodont, heterodont, anodont, etc. | : | Taxodont 4 |
Aantal voor | : | 8-10 |
Aantal achter | : | 16-18 |
Beschrijving | : | lang en puntig, lopen door over de top van het resiliumveld |
HypostracumDe binnenste van de drie lagen (niet altijd aanwezig) ook wel parelmoerlaag genoemd. Deze laag is opgebouwd uit koolzure kalk die is afgezet in zeer dunne bladvormige kristallen. Wordt gemaakt door de gehele mantel. | : | ja 2 |
Materiaal | : | parelmoer 2 |
Sluitspierindruksels | : | ja |
Aantal | : | 2 |
Vorm | : | ovaal, min of meer gelijk, duidelijk |
Mantellijn | : | ja |
Mantelbocht | : | nee |
Lichaam | : | ja 1 |
Mantel | : | ja 1 |
Habitat | : | modder, modderig zand of modderig grind; tussen de 10 en 200 meter |
Tijdvak | : | Holoceen van Canada; Pleistoceen van Groenland, het United Kingdom en de United States; Plioceen van het United Kingdom |
Bronnen | : |