home | nieuwsblad | informatie
Aeolidia papillosa (Linnaeus, 1761)
NL Grote vlokslak
Een grote, brede slak
×
2044494990 0
2044494990 0
×
2044494990 1
2044494990 1
×
2044494990 2
2044494990 2
×
2044494990 3
2044494990 3
×
2044494990 4
2044494990 4
×
2044494990 5
2044494990 5
×
2044494990 6
2044494990 6
Lengte:120 mm
Lichaam:ja
   Kleur:zeer variabel; grote exemplaren zijn vaak grijs/bruin en op de papillen violet. De wat jongeren exemplaren zijn wat vlezig van kleur. Gele of roodachtige papilinhoud komt ook voor. Bij de wat ouderen dieren is dit niet te zien. 1
   Papillen:enigzins afgeplat; langs de zijkant in 15 of meer rijen, zeer dicht op elkaar; de rug is onbezet 2 3
      Kleur:net als de mantel met een witte punt 3
   Mantel:ja
KopHet deel van het dier dat het voedselinname-orgaan bevat. Daarnaast zijn er ook vaak zintuigen aanwezig voor zien, proeven, ruiken en voelen. De voorvoegsels cephal- en cephalo- betekenen hoofd van het Grieks kef&aecute;li.
:ja
   Kleur:vaak een witte V-vormige vlek boven op de kop, achter de rinoforen 3
Sensoren:ja
   Rinoforen:ja
      Aantal:1 paar 2
      Kleur:vaak iets donkerder dan rest van de slak, met een witte punt 3
Voedsel:Zeeanemonen, vooral de zeeanjelieren, maar ook slibanemonen en golfbrekeranemonoontjes 2 3
Habitat:gebieden met een matige stroomsnelheid; van even boven de laagwaterlijn tot grote diepte; op zowel hardsubstraat als zanderige slibbodems, als er maar anemonen zijn 2 3
   Verspreiding:Atlantische kusten van Europa en Noord Amerika en de Pacifische kusten van Noord Amerika en Japan 2 3
Bevruchting:de voortplanting vindt plaats vroeg in het voorjaar 2
Eieren:ja
   Vorm:Het eisnoer vormt een grote dicht-gekronkelde spiraal met een doorsnede tot 5 cm. Het is een dikke doorzichtige gelatineuse worst, met daarin kleine staafvormige eipakketjes. 3
   Kleur:wit tot vuil-geel of een lichte bruin-oranje tint 3
   Locatie:De spiraal wordt meestal op een vlakke ondergrond zoals oesterschelpen of stenen afgezet. Soms worden eisnoeren ook op zacht substraat zoals grote hydroïdpoliepen aangetroffen. 3
   Periode:Eisnoeren worden van november tot mei en soms ook nog in juni en juli gevonden 1
Geboorte:vanaf juli; 3 mm 2
Groei:in oktober 20 mm; In de winter en in het vroege voorjaar zien we de grootste exemplaren 2 1
Geslachtsrijp:na ongeveer 7 maanden na de geboorte bij een lengte van 50-60 mm 2
Levensverwachting:12 maanden 2
Foto verantwoording:Alle foto's zijn gemaakt op zaterdag 30 maart 2013 in de oude oesterputten bij Gorishoek.
Determinatie:Kleine exemplaren zijn soms lastig te onderscheiden van de Kleine vlokslak. De papillen op de rug van de klein vlokslak staan gerangschikt in korte rijen en bij de Grote vlokslak lijken ze vaak meer door elkaar te staan. Ook Heeft de Kleine vlokslak meestal een oranje waas over de kop en de voorste papillenA,B, tevens heeft de Grote Vlokslak vaak een V-vormige vlek op de kopC 2 1 3
Bronnen:
  1. http://www.onderwaterwereld.net/oww_ml/php/data.php?&TLC=NL&SOC=NKTSL&SSC=Aeolidia%20papillosa
  2. http://www.angelfire.com/ny5/natuur/slakken/aeol_papi.html
  3. http://www.anemoon.org/anemoon/soortinformatie/naaktslakken/aeolidia_papillosa
2006 - 2024 strandvondsten.nl / Commentaar, aanvullingen en suggesties: info@strandvondsten.nl